-->

Brandweer Maasniel geroemd, September 1863

"DE VOLKSVRIEND"  Zat. 26-9-1863.
 
  In den nacht van Maandag op Dingsdag jongstleden, omstreeks half één ure, werden de inwoners van Roermond op hoogst onaangename wijze uit hunnen slaap gewekt, door het luiden der klokken en het geroep van "brand!  brand!"   Een achtergebouw der woning van den heer Willem Berger, uitkomende op de werf, aan de Roer, en waarvan het bovendste gedeelte geheel met turf bedekt was, stond in lichtelaaije vlam, zonder dat de oorzaak hiervan tot nu toe bekend is.  De brand dreigde noodlottige gevolgen te zullen na zich slepen, doordien zich tevens in gemeld gebouw eene aanzienlijke hoeveelheid verfstoffen, vernissen en vaten olie en terpentijn, aan den heer Jacob Saes toebehoorende, bevonden, terwijl op niet verren afstand daarvan een magazijn van kolen gelegen is. Weldra was de geheele bevolking op de been; meerdere manschappen van het garnizoen kwamen insgelijks, onder bevel aanrukken, van alle kanten snelde mmen naar de plaats des onheils, ten einde de uiterste pogingen in het werk te stellen, tot verhoeding van groote rampen. etc.
   Het is onmogelijk om allen, die zich door hardnekkigen ijver, onverschrokkenheid of beleid hebben onderscheiden, bij namen aan te duiden, maar wij maken echter eene  uitzondering voor onze nagenoem de medeburgers, namelijk Mathijs Booten, Hubert Leduc, Hendrik Wolf, Jean Heijnen, Henri Leeuw, Gerard Janssen en Frans Pisters, die op de meest bedreigde punten met eene bewonderenswaardige stoutheid den verwoestingskring des vuurs trachtten af te bakenen. 
Ook de Gemeente Maasniel dient voornamelijk geroemd te worden, daar de brandspuit dier gemeente, nadat de vlammen zich naauwelijks een half uur vertoond hadden, met onbegrijpelijken spoed naar Roermond werd overgebragt en meerdere haren ingezetenen, op de niet minder prijzenswaardige dan bereidwillige wijze, zich aanboden, om de vernielingen van het ijzingwekkende element te helpen stuiten.
etc.

 

TERUG