Rayon Belfeld, Reuver en Beesel

In deze plaatsen viel de hulp aan onderduikers grotendeels samen met de hulpverlening aan krijgsgevangenen, zij het dat er na verloop van tijd een zekere taakverdeling ontstond. L. Geurts leidde de L.O. in Belfeld, waar naar verhouding veel joden ondergedoken zaten. De leider van de plaatselijke Jonge Wacht, H.W.M. Gommans, en onderwijzer C. Theunissen stonden aan het hoofd van de duikorganisatie in Reuver. In Beesel tenslotte gaf P.J. van der Sterren geruime tijd leiding aan de L.O. Na zijn vertrek naar Sevenum nam zijn medewerker J.M. Sieben het werk over. Tot ver in 1944 liep alles gesmeerd. De L.O.-ers slaagden erin ƒ 25.000,- in te zamelen, waarvan ƒ 14.000,- werd gebruikt voor de uitkering van steungelden. Distributiekaarten en -bonnen kreeg men van de distributieambtenaar W.J.L. Naus uit Reuver en van de districtsleiding in Venlo. Gedurende de zomer van 1944 ondervond de L.O. veel hinder van de groep-Berendsen.290 Bovendien werd in Reuver een commando van de Geheime Feldpolizei gestationeerd, geleid door W. Freimuth. Op 5 oktober arresteerde deze ploeg C. Janssen uit Sevenum, die als knecht op de boerderij van de familie Franssen werkte. De jongeman werd ingesloten in het gemeentehuis. Twee dagen later, omstreeks 18.00 uur, omsingelden acht leden van de Feldpolizei de woning van de familie Gommans en namen H.W.M. Gommans mee naar het gemeentehuis. Hoe Freimuth aan zijn inlichtingen kwam, staat niet vast. Meteen na de arrestatie belde hij de Sipo in Venlo en deelde mee, dat hij twee personen had gearresteerd die ervan werden verdacht tot de illegaliteit te behoren. Nitsch, Grootjans en Schut begaven zich naar Reuver. Op grond van een verklaring van Freimuth en enkele notities die op de op 20 augustus doodgeschoten K.P.-er B.P.L. Verstappen waren aangetroffen, werden Janssen en Gommans schuldig bevonden. Nitsch lichtte Ströbel in, die opdracht gaf de twee te liquideren. Diezelfde avond nog schoten Schut en Grootjans C. Janssen in de bossen tussen Reuver en Beesel dood. Gommans werd meegenomen naar Belfeld, waar hem hetzelfde lot wachtte. Dat Gommans in Belfeld werd geëxecuteerd hing samen met gebeurtenissen, die daar ruim een maand eerder hadden plaatsgevonden. In het voorjaar van 1944 was door B. Verstappen een K.P. opgericht, die in verbinding stond met de overkoepelende K.P.- Noord-Limburg, geleid door H.J.H. Bouten uit Velden. Naast Verstappen maakten J.H. Goossens, G. Janssen, M.J. Pereira, een onderduiker uit Den Haag, A.M. Roelofs en B. Hegger deel uit van de Reuverse knokploeg. Een schuilbunker aan de Patersweg in Belfeld, die geruime tijd dienst had gedaan als doorgangslocatie voor krijgsgevangenen, werd als plaats van samenkomst gebruikt. Aanvankelijk beperkten de werkzaamheden zich tot het zoeken van onderduikadressen voor de L.O. In de zomer veranderde dat radicaal. De provinciale K.P.-leiders verstrekten steeds vaker opdrachten aan Verstappen en zijn helpers. In de nacht van 15 op 16 juli kraakten ze de melkfabriek in Broekhuizen. De buit omvatte een aanzienlijke hoeveelheid voedselbonnen. In juli en augustus ontvreemdden ze twee grote partijen koolzaad: een bij een molenaar in Beesel, met wie vooraf overleg was gevoerd, en een bij de Boerenbond in Velden. Twee acties werden voortijdig afgeblazen: de bevrijding van F.P.J. Smulders uit het ziekenhuis in Horst, omdat anderen de actie kort tevoren tot een goed einde hadden gebracht (zie hoofdstuk VIII, paragraaf IV.4.1.), en een overval op een postwagen met distributiebonnen. De chauffeur volgde namelijk een andere route. Op 28 augustus beroofden de K.P.-ers een 

Op woensdag 30 augustus bevond Pereira zich in de bunker inafwachting van de terugkeer van zijn makkers, die een opdracht van Bouten uitvoerden. Aangezien ze langer wegbleven dan afgesproken, besloot hij buiten een kijkje te nemen. Op straat liep hij enkele A.K.D.-ers tegen het lijf, onder wie J. Sabbé en S. Blaauw. De twee hielden Pereira staande en vroegen hem naar zijn identiteitspapieren. Die bleken niet in orde. Hun verdenking groeide toen bleek dat Pereira opvallend veel distributiebonnen bij zich had. Hij moest mee naar zijn duikadres, waar ze belastend materiaal aantroffen. Een vrachtrijder, die de aanhouding van een afstand had gadegeslagen, spoedde zich naar Reuver en lichtte Verstappen en de opperwachtmeester van de marechaussee A.H. Ummels in. Beide begaven zich naar Pereira’s duikadres. In de buurt van deboerderij van de familie Janssen, Pereira’s gastgever, kwam het toteen vuurgevecht tussen de A.K.D.-er Sabbé, die buiten op wacht stond, en Verstappen. Laatstgenoemde werd dodelijk getroffen in het voorhoofd en de borst. Ummels, die iets later arriveerde, werd gearresteerd. Ummels, Pereira en het stoffelijk overschot van Verstappen werden overgebracht naar een kazerne in Blerick, waar omstreeks 17.30 Nitsch, Fiebig en Conrad arriveerden. Op het lichaam van Verstappen vonden ze een lijst met namen van personen die een vuurwapen van hem hadden ontvangen. Op de lijst stonden eveneens de namen van Ummels en Gommans. Huiszoekingen in Reuver leverden niets op. Ummels en Pereira werden teruggebracht naar Belfeld. Aan de spoorlijn tussen Belfeld en Reuver schoten Nitsch en Conrad de twee op last van Ströbel dood.

Na de dramatische gebeurtenissen van eind augustus en begin oktober kwam het gebied allengs in de greep van het naderend  front. De L.O. raadde de eigen medewerkers en de onderduikers aan een veilig heenkomen te zoeken op de westelijke Maasoever. Sommigen volgden het advies op, anderen bleven achter in afwachting van wat zou komen. Eind november werd een koeriersdienst ingesteld tussen Venlo, Roermond en de tussenliggende dorpen, die slechts met de grootste moeite in stand kon worden gehouden. Onafgebroken beschietingen en granaatvuur maakte elke tocht tot een uiterst hachelijke onderneming. In deze chaos trachtte de bevolking op de oostelijke Maasoever, volledig geďsoleerd, zo goed en zo kwaad als het ging te overleven in afwachting van de bevrijding, die nog tot 1 maart 1945 op zich liet wachten.

Bron:

DR. A.P.M. CAMMAERT
HET VERBORGEN FRONT
GESCHIEDENIS VAN DE GEORGANISEERDE
ILLEGALITEIT IN DE PROVINCIE LIMBURG
TIJDENS DE TWEEDE WERELDOORLOG
DEEL II
blz 587 t/m 590