Afscheidsbrief aan ouders, broer en zusters

Amsterdam, 10 juni 1944 Lieve ouders, broer en zusters,
Het is reeds lang geleden dat ik U gezien en gesproken heb. In dien tusschentijd ben ik hier in Amsterdam gepakt voor illegaal werk waarvan jullie nog niets afweten. Vandaag ben ik ter dood veroordeeld en het vonnis zal misschien vanavond of morgenochtend voltrokken worden.
We zitten hier met 7 personen die dezelfde straf hebben waaronder een zekere Bair Reulen uit Roermond.

Lieve familie, ik hoop dat jullie alle kwaad vergeven wat ik U heb aangedaan. Ik had U dit niet mogen aandoen; maar ja men denkt daar niet aan voor het te laat is.
Lieve ouders, het spijt mij dat ik mij zoo jegens U misdragen heb, daar U toch zoo goed bent geweest en steeds hard voor me hebt gewerkt. Ik hoop dat Mathieu mij op zal volgen maar dan beter als ik het gedaan heb. Verder hoop ik dat U niet te veel om mij zult treuren, maar dat U nog lang en gelukkig moogt leven.

Lieve Mathieu, wees dapper en sla jij je goed door het leven; wees goed voor Vader en Moeder, en zorg dat ze niets tekort konen.

Lieve Lies, jij bent nu de oudste thuis, blijf veel thuis en neem mijn plaats als oudste in en laat Vader en Moeder niet met zorgen achter.
En nu mijn allerliefste kleine Truusje, voor jou zal het ook wel heel erg zijn maar wees dapper en huil maar niet maar bid voor mij hetgeen ik ook voor jou gedaan
heb en nog steeds doen zal. Ben maar nooit meer brutaal tegen Pa en Ma, maar steeds heel goed voor hen.
Lieve Familie, ik ben heel rustig en zal ook wel heel rustig den dood ingaan. Ik bid God dat ik een gelukkige, zalige dood mag hebben. Het heeft niet mogen zijn, dat ik in leven ben gebleven en dat ik zoo ver van huis sterven zal.

Doe verder de groeten aan al mijn vrienden en ook aan mijn chefs en mede-arbeiders van de Soda en aan Wiel van Lies. Wees verder heel goed voor mijn liefste Leni en help haar steeds als ze bij jullie blijft komen.

Nu lieve Vader, Moeder, Mathieu, Lies en Truusje, ik ga nu eindigen. Ik hoop dat jullie mij al mijn daden vergeven en dat jullie steeds voor mij blijven bidden hetgeen ik steeds voor jullie gedaan heb en nog steeds doen zal.

Ik zal gelukkig zijn als ik mij bij God vereenigd heb, want Gods wil beschikt; dat ziet U nu ook weer. Dus roep ik U een laatste vaarwel toe tot het hiernamaals, waar wij dan hoopen elkaar gelukkig weer te zien.
Ik hoor juist dat wij nog een Geestelijke kunnen spreken. Wij zijn alle zeven vol goeden moed. Een laatste kus voor allen en een laatste vaarwel van Uw liefhebbende zoon en broer.

Jacq

Treur niet en wees gelukkig.

Daag.

Afscheidsbrief van J. Frencken uit Roermond, voordat hij in de Scheveningse duinen werd gefusilleerd.

bron:
Limburg bevrijd door Paul Weelen blz 236 t/m 243 Bevrijding werd Mathieu Fonteijn fataal isbn 9612230153