Verzet in rayon Maasniel

In Maasniel trad mejuffrouw W.E.M. van de Voort op als duikhoofd van de plaatselijke L.O., die intensief samenwerkte met de L.O.-Roermond. Gemeenteambtenaar J.H.H. van Melick, J. Engelen, G. Gorris, J.W. Engelbarts, J. Reinders en Th. Haagmans en de kapelaans S.H.A. Spee, C.F.J. Janssen en M.P. Pijpers hielpen haar. Als onderwijzeres en actief deelneemster aan het verenigingsleven kende Van de Voort veel plaatsgenoten. Het was niet moeilijk duikadressen te vinden. Honderden onderduikers, afkomstig uit Limburg, de Achterhoek en het westen van het land, vonden onderdak in Maasniel. Het dorp deed dienst als “afzetgebied” voor Roermond. Dank zij de uitstekende samenwerking met de bisschopsstad en de medewerking van de bevolking kende de L.O.-Maasniel geen problemen bij het verkrijgen van distributiebonnen, valse papieren en financiële middelen. 346
In 1944 nam de druk op de organisatie toe. Eind april moest Van Melick onderduiken, omdat zijn administratieve malversaties aan het licht dreigden te komen. In de zomer doken kapelaan Pijpers en mejuffrouw Van de Voort onder. Een inwoner van Maasniel, die zich had aangemeld bij de Nederlandsche S.S., had hun namen genoemd en dreigde nog meer onheil te stichten. Na overleg met secretaris Moonen werd de jongeman geliquideerd. Hetzelfde overkwam een N.S.B.-er die was binnengedrongen in een groep onderduikers in de bossen bij het gehucht Asenray. Pijpers en Van de Voort vertrokken naar Amsterdam. Medio september keerden ze naar Limburg terug. Kort daarop werden ze in Weert bevrijd. 347
Op 29 juli 1944 hield de Sipo-Maastricht, vergezeld door G. Holla en de politiebeambten A. Roselle en G. Verheesen, een razzia. Acht personen werden gearresteerd en twee uit hun woning gezet. Met bruut geweld en intensieve verhoren hoopte de Sipo meer aan de weet te komen over de plaatselijke illegaliteit. Noch de huiszoekingen noch de verhoren leverden iets op. De meeste arrestanten kwamen na enige tijd weer vrij. Twee personen zaten begin september nog steeds vast in Maastricht. Zij werden bij de overval op het Huis van Bewaring bevrijd. Een derde arrestant, de 51-jarige J.M. van Laar, was op 8 augustus in dezelfde gevangenis aan een hartverlamming overleden. 348
De Sipo-Maastricht leidde sedert begin september een min of meer zwervend bestaan. Tijdens het verblijf in Maasniel, medio september, schoten Nitsch, Conrad en Fiebig in de buurt van de Duitse grens drie jeugdige inwoners van Sittard, F.J.A. Clemens, M.H.F. Schadron en F.M.C.M. Eijck, neer. De drie waren op 18 september naar het centrum van hun woonplaats gegaan om de bevrijding te vieren. Sittard was op dat moment nog niet helemaal gezuiverd van Duitsers. Ongeveer dertig Duitse militairen arresteerden die avond twintig inwoners, toen ze vernamen dat een wapenbroeder door burgers was doodgeschoten. De arrestanten werden aan verschillende instanties overgeleverd. Genoemd drietal viel in handen van de Sipo. Waarschijnlijk vonden de executies plaats op of omstreeks 20 september. De volgende dag berichtten twee Duitse politiemannen de Sipo dat er twee lijken en een zwaargewonde aan de Duitse grens lagen. Nitsch of Schut begaf zich naar de plaats des onheils en schoot de zwaargewonde alsnog dood. 349
Kort na het vertrek van de Sipo uit Maasniel ontdekten twee Duitse militairen bij de boerderij van J.H. Smeets enkele wapens, die door onderduikers in de bossen waren verstopt. Op dinsdag 26 september verscheen de Sipo ter plekke. Na verhoor werden J.H. Smeets en de onderduiker P.J. Peeters wegens verboden wapenbezit in de buurt van de Duitse grens doodgeschoten. 350
Het laatste slachtoffer van de Duitse terreur was H. Strijbos. Medio december trachtten twee dronken militairen 's nachts bij kaarslicht een motor te repareren in een schuur met munitie en explosieven.
De kaars viel om en de motor vatte vlam. Er volgde een hevige explosie. De twee militairen konden zich bijtijds in veiligheid brengen, maar de eigenaar van de schuur, C. Engels, kwam om het leven. Tegenover hun superieuren beweerde het tweetal slachtoffer van sabotage te zijn geworden. Een zoekactie leverde niets op. Om te voorkomen dat er sancties tegen hen zouden worden genomen, arresteerden de twee begin februari 1945 H. Strijbos, die in de omgeving was ondergedoken. Hem werd prompt de sabotage in de schoenen geschoven. Srijbos werd op 25 februari op last van de bataljonscommandant U. Matthaeas in de bossen bij het gehucht Maalbroek doodgeschoten. 351

346 Vraaggesprek auteur met W.E.M. Kötter-Van de Voort, Maastricht, 3-10-1985. Stichting '40-'45, Eindhoven. Van Lieshout, De Aal van Oranje, p. 202.
347 Vraaggesprek auteur met W.E.H. Kötter-Van de Voort, Maastricht, 3-10-1985.
348 Collectie G.v.A. Roermond. P.R.A.-Roermond, nrs. 562 (1946) en 702 (1946). C.A.B.R. Dossier A. Roselle: verklaring betreffende razzia te Maasniel op 29-7-1944; idem, dossier G.H. Holla: verklaring betreffende razzia te Maasniel op 29-7-1944.
349 C .A.B.R. Dossier H. Conrad: verklaring betreffende executies te Maasniel in september 1944; idem, dossier E. Elsholz: idem.
350 Collectie G.v.A. Roermond. P.R.A.-Roermond, nrs. 419 (1947), 420 (1947), 443 (1947) en 953 (zonder jaar). G.A.R., inv. nr. 1.776: aangelegenheden betreffende lijken 1945-1948 (P. Peeters en J. Smeets).
351 Collectie G.v.A. Roermond. P.R.A.-Roermond, nr. 77 (1947); idem, Parketgroep Roermond, nrs. 29 (1948) en 23 (1949).

 

Bron: Het verborgen front
          A.P.M. Cammaert 1994
          http://www.ub.rug.nl/eldoc/dis/arts/a.p.m.cammaert/
          http://www.ub.rug.nl/eldoc/dis/arts/a.p.m.cammaert/h6-2.pdf