De verwoeste kerk van Leeuwen - Maasniel aan het einde van WO2

Enige paters Redemptoristen gaven tegen het midden van den maand September 1918 in Leeuwen, een gehucht onder Maasniel, volksretraites. Het was iets bijzonders, dat deze gehouden werden voor de gelovigen van Leeuwen afzonderlijk en even buitengewoon, dat de plaats dit keer een eigen kerk bezat in den vorm van een feestzaal, die voor de gelegenheid herschapen was in een stemmige kapel.

Dat gaf er aanleiding toe, de kwestie te bespreken of het niet wenselijk was in Leeuwen een blijvende kapel op te richten, en zo de gelovigen telkens de één tot drie kilometer langen weg naar de kerk te Maasniel te besparen. Onder voorzitterschap van pastoor P. van Rijswijck werd op 6 October van dat jaar een commissie ingesteld, waarvan de werkzaamheden voorlopig zouden bestaan in het inzamelen van gelden voor een kapel te Leeuwen. Voorlopig kwamen 's Zondags om beurten de pastoor of kapelaan van de parochie Maasniel in de zaal te Leeuwen de hl. Mis lezen. Langzaamaan groeiden de fondsen voor de toekomstige kerk en kon men gaan denken aan de voorbereidingen van de bouw. Naar tekening en onder leiding van den eigenaar van de feestzaal, schrijnwerker Mooren, kwam in de jaren 1922-1923 een kerkje tot stand. Op verzoek van pastoor van Rijswijck kwam de deken van Roermond het op 15 Juli 1923 inzegenen. Tot patroon werd de heilige Josef uitverkoren. De eerste reden tot deze keuze was het feit, dat tot ver in de omtrek nergens een kapel of kerk te vinden was, die aan deze heilige was toegewijd; een Tweede, dat de bouw begonnen was in het jubeljaar van St. Josef, onder hoede en bescherming van de patroon der timmerlieden.

Werd tot dan toe te Leeuwen alleen 's Zondags en dan ook nog slechts één keer heilige Mis gelezen en gepreekt, in Maart 1939 vond de Bisschop van Roermond, Mgr. Dr. G. Lemmens goed, dat het aantal hl. Missen 's Zondags vermeerderd werd tot twee en dat ook door de week elke dag hl. dienst gedaan mocht worden. Zondags mocht er bovendien Lof zijn.

Zondag 7 Januari 1940 richtte Mgr. Lemmens in de hulpkerk te Leeuwen de Pia Unio op ter ere van St. Josef, patroon van een zaligen dood. Directeur was de pastoor van Maasniel en de baten der vereniging zouden bestemd worden voor het onderhoud van de toekomstige eigen priester. Een eigen priester bezat de plaats tot einde 1945 nog steeds niet. In October van dat jaar benoemde de bisschop een nieuwen kapelaan in Maasniel, met de bedoeling dezen tot de eerste rector over Leeuwen aan te stellen. Het zal nog wel wat duren, voordat het nieuwe rectoraat een eigen school bezit. 

Op 20 November 1944 takelden Engelse granaten hef kerkje zo geweldig toe, dat het met zijn inventaris vrijwel geheel vernietigd werd. Er bleven van het gebouw slechts enkele brokstukken muur staan. Van de inventaris kwamen alleen het missiekruis, een enkel beeld en de beschadigde preekstoel onbeschadigd of nog te herstellen uit de strijd. De paramenten, die alle in een huis in de buurt der kerk in veiligheid waren gebracht, werden gestolen. De Duitsers hebben pogingen aangewend, de brandkast, waarin kelk, pixissen en kerklinnen opgeborgen waren, met handgranaten te forceren. In deze opzet zijn ze niet geslaagd.

Daar hef complex, waarop het eerste kerkje van Leeuwen gebouwd was, niet centraal lag en ook te weinig mogelijkheden tot uitbreiding bood, zal een nieuw kerkgebouw van groter formaat annex school mettertijd nabij de overweg van het spoor Roermond-Venlo verrijzen.

 

Bron: De verwoeste kerken van Limburg
door A. Van Rijswijck Pr
Uitgave 1946
Blz 65