In de stal stonden (anno 1860) twee koeien die zojuist gekalfd hadden. Elders had het echtpaar Wijnands nog meer akkers. Alles bij elkaar bijna 215 are. Elisabeth Cox stierf in augustus 1856.
Haar gronden op het Schuttekempke gingen bij de deling in 1863 naar haar schoonzoon. Gertrudis was ook al gestorven toen haar zoon (Thomas) in 1898 het huis liet verbouwen. Daarbij werd de achterliggende grond geheel als tuin in gebruik genomen (p.192); bij hermeting ruim 30 are groot. In 1907 werden huis en tuin verkocht.
3. HERMAN COX
Herman Cox (1796-1861) trouwde in april 1829 met de 24-jarige Catharina Peeters uit Swalmen. Het echtpaar kreeg sindsdien zeven kinderen. In 1840 woonde het gezin nog in het huisje op de heide, dat destijds door Hermans ouders aldaar getimmerd was. Catharina's vader, Mathis Peeters, en haar jongste zusje woonden bij hen in.
Herman erfde 52.80 are op het Schutte- kempke (p.193 en 202/203); allemaal akkergrond met schuur. In 1846 liet hij ernaast een huis neerzetten. |
In 1855 werd
daar een nieuwe schuur aan vastgetimmerd. Het gezin verhuisde eerst tegen 1860 hierheen. In de stal stonden toen 3 koeien en 3 kalveren.
Buiten het Schuttekempke had Herman Cox nog meer akkerland, alles bij elkaar 420.25 are. In oude maten is dit ruim 12 morgen. Een deel van deze bouwgrond lag over de beek en staat ook op de kaart uit 1766 ingetekend; toen nog op naam van Joes Slabbers.
De bezittingen van Herman Cox aan het Schuttekempke (p.202/203) gingen bij de erfdeling in 1876 over op zijn zoons Hendrik en Mathis Cox in onverdeeld bezit. Een derde zoon, Francis, trouwde in april 1873 met Christina, dochter van Matthijs Hermans aan de oude Toldijk even verderop. Daar stond haar vaders huis en hof, ruim een morgen groot. Francis ging hier wonen met vrouw en kinderen.
Hendrik (*1 835) woonde toen bij zijn broer in huis. Mathis Cox (1843-1902) trouwde in mei 1873 met Wilhelmina van Dael (*1850), dochter van Jan van Dael en Judith Peeters, erfgenamen van de Mouthagen. Het echtpaar Cox kreeg acht kinderen.
De oude schuur werd in 1878 afgebroken en de grond voortaan als weide gebruikt. |