Tekst zoeken   -    Inhoud   -    namen index
 - Vorige - Volgende

Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan RuitenĀ©

pag.11  

Onder de klockenslagh van Neel Asenray en Leeuwen

Vanaf de toldijk, tegenover de Rijdshof, vormde de Rode Beek tot aan het Gebroek de grens met Guliks gebied. De boerderijen die over de beek gelegen waren, zoals Tuserhof en Heistershof, kwamen eerst in 1551 bij Maasniel door een overeenkomst tussen de hertog van Gulik en de vrijheer van Dalenbroek 4). Het was grotendeels zandige grond aan de rand van uitgestrekte heidevelden. Toen lagen hier de zogeheten Schafferey, den Carthauserhoff, de twee Hellen, Schuppartsguet en de hof op de Heistart. Toch voerde de vrijheer al eerder hier zijn gezag uit. Reeds in 1523 getuigden de nabers, "dat hoen kondich is, ind van alderen tot alderen" nooit anders hebben geweten, dan dat de bewoners aldaar onderdanen van Maasniel waren. Anderzijds liep hun kerke pad naar Melick. Het gebied is nog eeuwenlang omstreden geweest.

PACHTHOEVEN

Opvallend mag wel heten, dat de pachtboerderijen in het gebied van Asenray hun akkerland niet verspreid hadden liggen, maar vrijwel aaneengesloten rondom de hoeve. Althans volgens 17e eeuwse en latere gegevens. Toch kan niet gezegd worden, dat in vroegere tijden de situatie zondermeer hetzelfde is geweest. Door ruiling en verdere aankoop van akkerland werden de gronden rond de boerderij geconcentreerd. Cornelishof en Gasthuishof hadden hun akkers liggen op het Asenraderveld, merendeels in blokpercelen verdeeld. Toen de kloosters deze akkergronden verwierven, waren die door anderen reeds in cultuur gebracht.
De ontginning is dus niet overal begonnen vanuit de hoeven. Dat gebeurde wel met de gronden die na 1460 werden genoemd als de Thuyserhof. Ook de verschillende kampen verderop zijn waarschijnlijk ontgonnen vanuit de Schafferije (=Rijdshof), voorheen de hof op Gen-Ing genoemd. Omdat de bodem in dit gedeelte van het kerspel bestond uit lichte grond, was het noodzakelijk zoveel mogelijk akkergrond ter beschikking te hebben om nog tot een redelijke opbrengst te komen.

De helft van de oogst ging immers naar de halfman op de boerderij en de andere helft naar het klooster. De omvang van de "hoflanden" varieerde van 17 bunder (Rijdshof) tot 31 (Gasthuishof). De gronden van de Munsterabdij op de Donderberg behoorden deels (25 bunder) tot haar boerderij op Muggenbroeck en deels (45 bunder) tot Kloostershof.

AKKERLAND
In 1628 werd door schepen Thomass boekhouding gevoerd over de inning van de landschat en de daaruit volgende uitgaven. Eerst werden de "hoefflanden" beschreven. Dat waren de akkers verbonden aan een pachtboerderij. Met de "naberlanden" werden de akkers van de inwoners zelf bedoeld, te weten: die van Aessenrahdt, Lewen en Niell. Onder de "umblanden" werd het overige akkerland gerekend op naam van "buitenlandse" grondeigenaren. Deze pachtgronden waren niet aan enige hoeve verbonden en werden door boeren uit de gemeente bewerkt. Volgens deze landschat hadden de nabers van Asenray samen ongeveer 20 bunder in eigendom. Dat geeft een gemiddelde van 3 morgen. De keuters hadden toen niet meer op te geven dan hun huis met moestuin.


Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan RuitenĀ©

pag.11  

Eerste  Vorige  6 7 8 9 10 11 12 13 14 15   Volgende  Laatste