TWEE EDELMANSHUIZEN
DE THOOREN
"Ik weet niet meer van wie ik het heb vernomen, maar het was wel een zeer geloofwaardig persoon, die uit de mond van de oude vrijheer heeft horen zeggen, dat De Thooren een vrij-adellijk huis was met net zoveel rechten in de heerlijkheid als het huis Dalenbroek. "
Met deze woorden gaf de weduwe Petit in 1710 te kennen, welke plaats haar huis te Maasniel innam. Wie zou nu nog aan de oude status van De Thooren kunnen twijfelen? Schriftelijke bewijzen konden de erfgenamen van wijlen advocaat Petit niet overleggen. Bij de brand in 1686 waren de familiepapieren verloren gegaan. Alle argumenten die hun zaak konden dienen, werden nu naar voren gebracht 1).
Waarom al die drukte? De vrijheer had hier als enige het recht van wildtbaen, om te jagen in de vrijlanden van Dalenbroek. Ook Petit trok geregeld in zijn vrije tijd door de velden, vergezeld van zijn hond en het geweer over de schouder. Tot die keer, dat hij door knechten van de nieuwe vrijheer werd "betrapt". De jager moest zich in veiligheid brengen nu hijzelf gejaagd werd.
Daarop werd zijn hond neergeschoten. Uit wraak schoot hij op een van de jachthonden van de vrijheer. Zo ongeveer moet het gebeurd zijn. Eigenlijk werd het voorval in het daaropvolgende twistgeding niet met zoveel woorden genoemd.
De vrijheer ontkende, dat de familie Petit als eigenaar van De Thooren ook het jachtrecht genoot. Ook ten tijde van de vorige vrijheer, baron van Eynatten, was Petit geregeld gaan jagen zonder dat iemand hem iets in de weg legde. De nieuwe vrijheer had daar zo zijn eigen visie op. Bij "jagen" dacht hij aan grote jachtpartijen te paard met patrijshonden en hoorngeschal. En niet: heimelijk met een roerken en de hond over de velden en langs de heggen trekken.
|
Het zat de familie Petit niet lekker, deze twist. Werden zo de diensten van hun vader zaliger, als advocaat van de oude vrijheer, beloond? Of had de nieuwe vrijheer van Dalenbroek te veel geluisterd naar eenige oirblaesers ende quaede raedtgevers?
DE WILDE VAN MEERSEN
Het relaas van de erven Petit over De Thooren te Maasniel geeft een duidelijk beeld over het verleden van dit huis. Zelfs een genealogie van de vroegere bezitters van het vrij-adellijk goed hebben zij ons uitgetekend. Baron de Raville, de nieuwe vrijheer, probeerde op zijn beurt met alle mogelijke argumenten de uitzonderlijke status van het huis te ontkrachten.
De oudst bekende eigenaar van De Thooren was de familie De Wilde van Mersen. Over de Maas waren zij rijkelijk gegoed 2). In 1417 hadden Dederick de Wilde van Mersen en Goedert van Slieplaer het goed "Der man van Asenraide" in leen van ridder Geraert van Vlodrop, ertvoogd van Roermond 3). Het is niet duidelijk of hiermee hetzelfde leen bedoeld wordt, dat later bekend stond onder de naam Meersenshof, nu huis De Thooren. Derick was in 1399 tevens leenman van de heer van Horn en kort daarna schout te Roermond 4).
In Maasniel komen we vervolgens kleinzoon Derich van Meersen tegen, schepen van 1447 tot 1461. In 1450 werd hij landeigenaar genoemd. Vier jaar later droegen Derich die Wilde van Mersen, zijn vrouw Marie en (schoonzoon) Johan van Hertevelt twee bunder land nabij de Wijer over aan de kartuizers 5). In november 1476 ruilde joffer Beel, dochter van wijlen Oerick van Meersen, land met de paters. Daarbij verwierf de vrouw land, dat dichter bij haar huis was gelegen, plus een som geld 6). Zij was de laatste van deze tak. Isabella de Wilde van Meerssen was getrouwd geweest met Jan van Hertefelt. |