Na de geboorte van hun zoontje Gerardt in 1756 verhuisde het gezin naar Herten en ging Hendrick boeren op Leenenhof. Daar werden nog eens drie kinderen geboren. Na problemen vanwege een achterstallige pacht verliet hij de boerderij tegen pasen 178011). De echtelieden sleten hun levensavond in Swalmen.
FAMILIE SMEETS
Via kleine omwegen zijn we de volgende halfers tegengekomen. In de voogdgedingen werd niet meer de pachter maar de boerderij zelf genoemd. Zo ook in de beestenschat van 1766. Cornelishof telde toen 8 koeien, 76 schapen en 14 bijenkorven. Dat is opmerkelijk, als we weten dat bijna overal elders de veestapel duidelijk geslonken was. Maar in 1787 was ook hier de schaapskudde teruggebracht tot 41. Voor de akkerwinning beschikte de boer over drie trekpaarden.
Nog voor 1780 blijkt Jan Ertkamp (17381800) uit Melick de halfwinning te hebben overgenomen. Begin 1774 trouwde hij te Maasniel met de 60-jarige Aldegonda Peters. Het echtpaar bleef kinderloos.
Toch bestond er een familieband met Peter Smeets en zijn vrouw Berdina, die ook op de boerderij woonden. De knecht (1749-1802) was een zoon van Geercken Smeets en Christina Thomassen. Alberdina was in Kessel gedoopt als dochter van Mathias Heidens en Aldegonda Peters (ca.1715-1800). Haar moeder was geboortig uit Walbeek of Waldfeucht. Mathias van Helden stierf in april 1771 op Cornelishof. Met vrouw en kinderen was hij hier omstreeks 1756 komen wonen.
Dochter Petronella Heidens trouwde in juli 1770 met Reyner Smeets, oudste zoon van Geercken. Enkele jaren later verhuisde het jonge paar naar Roer. Daar nam Reyner de Kruisbroerenhof in halfwinning.
Manes Heidens trouwde in 1778 met Margaretha Slabbers, herbergiersdochter te Asenray. Berdyn was al hoogzwanger toen zij in de zomer van 1779 trouwde met Hendrick Stox uit Leeuwen. Deze stierf begin 1781 op Cornelishof. Daarop hertrouwde de jonge weduwe met Peter Smeets.
Noemen we tenslotte nog Catharina Heidens, die in 1786 trouwde met Joes Cox
op de Spick, waar zij tien jaar later stierf. |
In 1788, vier jaar na de opheffing van het klooster der kruisbroeders, sloten Peter Smeets (1749-1802) en Berdyn Heidens een pachtcontract af met de beheerder der domeinen voor de duur van twaalf jaar tegen 570 francs per jaar en 500 balen stro. In de bevolkingslijst van 1802 werden genoemd: de weduwe Smeedts met zoon en drie dochters, drie knechten en twee meiden.
Via Gerard Smeets (1784-1861) werd de pacht op de boerderij voortgezet. Hij trouwde in november 1815 met Margaretha Maessen, weduwe van Jacob Janssen. Margaretha (1792-1856) was op Steynenhof geboren als dochter van Hendrick Maessen en Marie Wijnen. Haar vader was omstreeks 1800 gaan boeren op Overen onder Sint-Odiliënberg. Daar trouwde zij in november 1814 met de zoon van De Thooren. Hun dochtertje werd kort na het overlijden van de vader geboren.
De oudste dochter, Huberdina Smeets, trouwde in 1749 met Joes Willems uit Swalmen. Zij gingen boeren op de pachthof in de Straat.
In 1860 werden op Cornelishof 7 koeien en 3 kalveren geteld. De pacht ging over op Wilhelm Smeets (1832-1879). Hij trouwde in 1857 met de 23-jarige Catharina Elisabeth Cox van het Schuttekempke. De vrouw nam terstond het huishouden op zich, omdat de boerin reeds gestorven was.
Als weduwe stond zij naderhand nog jarenlang aan het hoofd van een kinderrijk gezin en leidde zij het werk op de boerderij. Zij werd daarbij gesteund door haar oudste zoon Gerard, totdat deze in juni 1891 om het leven kwam. Hij werkte op die warme zomerdag samen met zijn oom op het veld, toen een hevig onweer hen overviel. IJlings keerden zij huiswaarts. Gerard droeg een schoffel op de schouder. Opeens werd hij door de bliksem getroffen en stortte dood neer 12). In 1890 woonden nog tien kinderen thuis op Cornelishof, allen ongehuwd. Dochter Anna Catharina Smeets was toen al getrouwd met Hendrik Cox. Zij kochten naderhand de Rijt. Maria Margaretha Smeets was getrouwd met de boer van Gasthuishof. Deze hertrouwde in 1899 met haar jongere zuster Maria Huberdina. Peter Smeets, geboren in 1869, trouwde bijna dertig jaar oud met Elisabeth Heidens. Zij bleven op de boerderij wonen. |