OP DER SPECKEN
"Daer gegeten ende gedroncken, den Nael geschordt en gehangen, het vyer gestockt, holt gekapt, eerdt gegraven, de doer open en toe gedaen..." en de koop was gesloten.
Nadat Jan Thomassen in 1655 met de rijke Catharina Paulissen was getrouwd, meende hij heer en meester op de boerderij te zijn. Al gauw kwam hij erachter meer als knecht beschouwd te worden. In haar tweede huwelijk bracht de weduwe de tochte (=vruchtgebruik) mee van huis en hof met moestuin, boomgaard, landerijen en bos en verder een paard met veulen, koeien, schapen en bijen en verder het hele huisraad. Jan daarentegen bezat slechts een weinig geld, enkele bijenkorven, wat schapen en een oud bed. Aan akkerland had hij (toen) nog geen drie morgen in het Tegelarijeveld en enig broekland.
Volgens hem kon een vrouw, naar algemeen geldende normen, niet vrijelijk over haar goederen beschikken zonder goedkeuring van de man. Toen echter haar dochter Margaretha in 1667 trouwde met Hendrick Cox uit Roermond, schonk Catharina hen 41/2 morgen van het beste land. Dat zou zij zeker ook doen, wanneer zoon Claes zou gaan trouwen. Daardoor zou er voor Jan Thomassen als tochtenaar nog slechts twaalf morgen slecht (akker)land overblijven. Dat zou niet meer dan een halve malder per jaar aan pacht opbrengen. En zulks vond hij niet terecht na dertien jaar hard werken en slaven. Terwijl hij bovendien de hof dusdanig had verbeterd, dat het landgoed tenminste drieduizend gulden meer waard was dan voorheen. Zo had hij de afgelopen jaren o.a. de schuur half-nieuw getimmerd, veel woeste grond tot akkerland gemaakt, evenals vijf morgen slechte grond gemergeld en het houtbestand verbeterd, zodat hij daarvan zeker zeshonderd schansen had kunnen halen. Verder de tuinen van graven voorzien en nieuwe potinghen geplant. Het huis, dat hem erg bouwvallig leek, heeft hij met nieuwe muren laten optimmeren en de put had hij ook opnieuw uitgegraven. Het veebestand had hij, naar eigen zeggen, in
die tijd vermeerderd met wel vijf koeien en meer dan vijftig schapen en zeker honderd bijenkorven op de hof gebracht. |
Nadat hij alle oude en nieuwe schulden had betaald, vroeg hij zich nu af waarvan de resterende betalingen moesten komen. Zeker zolang de kinderen zelf geen hand uitstaken en aldaer liggen ende blijven tee- ren met de gedachte: "blije teeren van het onse!" Waarvan moest men dan de jaarschat à 18 gulden betalen, het wachtgeld, het vegen van de leigraaf, en het tiendvarken aan de vrijheer? En het huishouden zelf kostte natuurlijk ook geld. Wie betaalde nu het loon voor de knecht en de meid? Bovendien was de Spick nog eens belast met een jaarpacht van zeven malder koren, te weten rogge en haver, en met een keurmede aan de vrijheer.
Jan Thomassen verzweeg echter, dat al deze schulden en lasten betaald werden met het kapitaal van zijn vrouw. En de nieuwe schulden kwamen toch zeker ook voor zijn rekening?
Het huwelijk was voor hem als de hel, met een oude, lamme vrouw en met kinderen die uitmuntten in ondankbaarheid en behept waren met grote onbeleefdheid. Dagelijks -zoals de buren konden getuigen- kon men hem horen vloeken en tekeer gaan, terwijl hij zijn vrouw meerdere keren blont ende blauw had geslagen. Hij moet haar zelfs zodanig met het brantijser hebben getrakteerd, dat de arme vrouw voor doot ter aerde blieff liggen.
Ook Enneken Joosten, Jans moeder, had zich al eerder in de echtelijke ruzie gemengd en haar schoondochter verweten, dat zij de zilveren bekers, de fijne servetten en tafellakens zou hebben verkwanseld. Voor de goede vrede had Catharina Pau- lissen haar man beloofd, dat hij vier morgen akkerland als zijn eigen grond mocht gebruiken en had zij hem honderd pattacons gegeven, enkel om hem daarmee rustig te houden. Het mocht niet meer baten.Jan had na dertien jaar huwelijk de boerderij verlaten en was naar zijn moeder teruggekeerd. Nu kon Trine Pauwels eerst met recht zeggen, dat hij zich niet meer om haar bekommerde en dat hem er weinig aan gelegen was, wat er verder met haar gebeurde. Jan deed zijn vrouw nog enkele voorstellen, om de vrede te sluiten, maar daar wilde Catharina niet meer op ingaan. |