STAMBOOM COX
De familie Cox, die tegenwoordig niet alleen in Asenray zo talrijk aanwezig is, stamt dus uiteindelijk uit een Roermondse burgerfamilie, waarvan de wortels reiken tot in de 15e eeuw. Van de zes zoons van het echtpaar Hendrick Cox en Margaretha van der Heyden, dat eerst eind 17e eeuw op de Spick ging wonen, overleefde alleen Adriaen zijn ouders. Met zijn vrouw Elisabeth Linssen kreeg hij vijf zoons en drie dochters. (De geboortejaren te Maasniel van voor 1733 zijn hieronder steeds bij benadering gegeven.)
Francis Cox (1708-1782) trouwde in juni 1746 met Catharina Thomassen (17221787), dochter van Daniël* en Margriet Mevissen. In 1749 kochten zij de boerderij aan het Schuttekempke*. We noemen hier hun drie zoons: Jan, die naar de Spick terugkeerde; Hendrick nam de boerderij van zijn ouders over en Daniël zien we later op Steinenhof* in Leeuwen terug.
Hendrick Cox (1712-1785) trouwde in 1746 met Catharina Heuskens, weduwe van Christiaen Wolffs, pachter op Gasthuishof* onder Asenray.
|
Hendrick nam de boerderij in halfwinning over. Hier werd zijn zoon Christiaen geboren, zo genoemd naar Hendricks voorganger. Christiaen volgde zijn vader op als pachter.
Jan Cox (1720-1788) trouwde in april 1741 met Catharina Salden*, jongste dochter van Jan Salden en Sibilla Thijssen. Aan het Cleen Broeck (nu: Wilhelminalaan) werden zeven kinderen geboren. Hier noemen we: Jan, Albert, Francis en Adriaen. In tweede huwelijk trouwde Jan in mei 1764 met Cornelia Jansen. Nog acht kinderen werden geboren uit dit huwelijk. Hier: Christiaen, Andries en Gerardt Cox.
Gradus Cox (1730-1781) bleef op de Spick wonen. Eerst na het overlijden van zijn ouders trouwde hij in januari 1769 met de veel jongere Petronella van der Velden (1751-1831). Het echtpaar kreeg zes kinderen. Petronella hertrouwde met Wilm Rijnboom. In 1796 werd op de Spick genoemd de weduwe Rijnboom met haar drie kinderen: Elisabeth, Adriaen en Joannes Cox. Petronella was afkomstig van Klein-Schöndeln, door haar ouders gepacht. |