Tekst zoeken   -    Inhoud   -    namen index
 - Vorige - Volgende

Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan Ruiten©

pag.279  

Onder de klockenslagh van Neel Asenray en Leeuwen

Zij hebben al die tijd voderasie, cost ende dranck gekregen. Deze berichten kwamen geregeld van de pachters op de Spick in de jaren '74-'78. De Franse Zonnekoning was in oorlog met de Republiek en legertroepen waren in beweging 25).
Uit die jaren zijn aantekeningen over houtleveranties aan het klooster bewaard gebleven. De pachters waren dus ook met bosbouw druk doende. Dat bleek al uit de omvangrijke aanplant van bomen op de Spick nadat de jezuïeten het goed hadden aangekocht.

MARGRIET VAN DER HEYDEN
Uit het huwelijk van Hendrick Cox (16381702) met Margaretha van der Heyden werden naderhand alleen nog de volgende vier kinderen genoemd: Margaretha, Eva, Isabella en Adriaen Cox. Nog in mei 1707 wilde de weduwe Van der Heyden een akker verkopen omdat het geld op was (vermits haer gereyden bestaen in eene bagatelle ende voor ofte naer int minsten niet en cunnen bijreycken). In februari van dat jaar hadden de kinderen Cox met hun oom Leonard uit Roermond de openstaande schulden verrekend, waarna deze nog 156 rijksdaalders van hen tegoed had.
De vrouw was toen reeds vier jaar ziek en bedlegerig en de schuldeisers klopten aan de deur. Omdat zij evenwel alleen het tochtrecht op haar akkers had, werd deze verkoop door de kinderen verhinderd. Wel werd toen voorgesteld om de goederen gelijk met de schulden alvast onder de erfgenamen te verdelen in ruil voor levensonderhoud. Mocht de weduwe dan toch nog geldzorgen hebben, dan konden die misschien op een andere manier opgelost worden. Een half jaar later ongeveer stierf de vrouw 26). Na het overlijden van Margriet van der Heyden namen de vier kinderen in maart 1708 opnieuw bij hun oom Leonard Cox een lening op van 158 rijksdaalders met als onderpand twaalf morgen op het Obersveld. Alles bij elkaar waren er van de Kleyn Spick nog maar 26 morgen en 8 staal overgebleven. Over huis en hof werd bij de lening met geen woord gerept. Waarschijnlijk omdat hierop nog een oudere lening rustte, die nog niet was afgelost 27).

Sedert 1710 werden op de voogdgedingen vier gezinnen afzonderlijk vermeld. Daaronder moeten we ook de pachters op de jezuïeter Spick en op de Mouthagen rekenen. De lijsten geven er onvoldoende informatie over. Het bunderboek uit 1723 noemt bij ieders erfdeel een huis en hof. Na reconstructie, blijkt de hoeve (op papier) onder drie kinderen verdeeld te zijn, terwijl de vierde voorbij de boomgaard van de paters een eigen huis had getimmerd. Voordat de geschiedenis van de jezuïeter bouwhof wordt voortgezet, volgt hier het relaas van de erven Cox. Van de kleine Spick zijn dan nog het huis, hof en erf met tuin en boomgaard en de aangrenzende akker overgebleven, het Vordelsveld [c], een halve kamp aan de Spick [d] en de akker aan de Leem [g] in het Kerkeveld. De recontructie-tekening geeft de situatie rond 1723 aan. De cijfers 1-4 corresponderen met onderstaande erfdelen. Verder staat daarop het grondgebruik van de Jezuïeter Spick uit die jaren aangegeven. (Zie kleurplaat op blz. 269).

1. ADRIAEN
Adrianus Nicolaus Cox (1680-1753) trouwde omstreeks 1705 met Elisabeth Linssen (1683-1761) uit Leeuwen, dochter van wijlen Gerardt Lynssen (+ca.1695) en Neulken Graven (+1691). Haar ouders woonden voorheen als pachters op Steynenhof. Het echtpaar Lynssen trouwde in oktober 1666 in de kerk van Sint- Odiliënberg. Daar werden drie kinderen gedoopt. Daarna heeft het gezin nog enkele jaren elders gewoond. In 1688 werd Gerardt aangesproken wegens een schuldenlast van zijn ouders bij landscholtis Croll. Deze liet beslag leggen op hun boerderij te Buggenum 28).
Een herbergbezoek begin juli 1704 werd Addryanes Koex bijna fataal. Ongeregeldheden in de herberg van de custerije* liepen uit op een straatruzie. Het tumult hield de mensen in het dorp die zomernacht nog lang wakker. Daarbij werd Adriaen Cox met een zwaar stuk hout van achteren op het hoofd geslagen. Hulpeloos zakte hij op de grond, waarbij hij zich nog aan Matthijs Baeckhoven vastklampte. Deze heeft hem omhoog geholpen, bang dat Adriaen het leven zou laten.


Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan Ruiten©

pag.279  

Eerste  Vorige  274 275 276 277 278 279 280 281 282 283   Volgende  Laatste