Coen Geraedts, schanssemaecker en houtcapper van sijnen style, inventariseerde in 1748 de schade, die de soldaten hadden aangericht in het Jesuïeterbos achter het dorp.
In de belastinglijst van 1628 werd hij al genoemd: Theiss der kuyper. Hij woonde in Leeuwen, evenals nadien zijn zoon: Teifes den couper tot Leifen. Dat was Tewes Keupers, geboren in Leeuwen rond 1620. En in Asenray woonde toen Sill der cuyper. Voorlopig moeten we het daar mee doen. Eind 18e eeuw woonde in Maasniel aan de Eyermert Jan Lucas, kuiper. Hij werd in 1758 geboren als zoon van Jan Lucas en Anna Janssen. Huis en hof waren afkomstig van Anna's ouders. Sedert 1717 woonde in Leeuwen Jan Lucas van Bruggen, aanvankelijk Lekiens en Liekers genoemd. Anna Lucas, de jongste dochter, trouwde met Gerard Heynen uit Swalmen: kuiper van zijn vak.
Jozef Geraedts (1780-1854) was begin 19e eeuw kuiper te Leeuwen. |
Zoon Jan (1818-1876) en later kleinzoon Jozef Geraedts zetten de traditie voort. De tonnen werden over de straat gerold. Op die manier kon de hete pek aan de binnenkant makkelijker de spleten dichten.
1. VAN UFFELT
In 1753 werd het oude, kapotte horlogie door Herman Beltiens, orloger uit Roermond, vervangen voor 6 pattacons. Voor jaarlijks onderhoud ontving hij steeds een pattacon.
Opnieuw werd in die jaren aan de kerk gerestaureerd. Dirck van Uffelt ontving 300 gulden voor herstelwerkzaamheden aan schip en koor. Toen werd ook het hagelkruis aan de Bredeweg nieuw gemaakt. Voor hout en werkloon ontving hij 151/2 gulden. Schoolmeester Haes zorgde voor het schilderwerk.
Dirck van Uffelt stamde uit een Roermondse familie met timmermanstraditie. Zijn vader Arnold (1673-ca.1722) was in1715 in het dorp komen wonen. |
