GASTHUISHOF
"Den hof, de huizing en de landerijen zijn mij goed bevallen, maar de weiden niet goed."
Gasthuishof onder Asenray was vanouds een pachtboerderij van het R.K. Godshuis in Roermond. Het gasthuis is van oorsprong een middeleeuwse instelling en hield zich bezig met de armen- en ziekenzorg. Het bestuur werd gevormd door gasthuismeesters. Burgers uit de stad ondersteunden het werk met giften en schenkingen. Op die manier verwierf het gasthuis al vrij spoedig bezittingen buiten de stad. Zo ook menig akkerland, verspreid gelegen onder de vrijlanden van Maasniel.
De boerderij van Asenray werd al in 1332 genoemd. Toen ontsloeg Johan van Asenrade het gasthuis van een rente en keurmede, waarmee de hoeve belast was 1). In 1450 was er sprake van het Gasthuisbroek naast huis en hof van Thijs van der Eycke.
Deze boerderij moet in oude tijden alweer verdwenen zijn. Ook zijn broer Peter had hier land liggen 2). Het akkerland werd bij Hasselshof in de Straat gevoegd. Nog in 1786 werd de grond hier Den Eyck genoemd. (kaart 59)
ERFPACHT
Terwijl het gasthuis zoveel mogelijk grond nabij de pachthof concentreerde, werden de overige landerijen afzonderlijk verpacht.
Reeds in de 14e eeuw zien we, hoe het gasthuis meerdere akkers (toen al 25 bunder) in erfpacht uitgaf. Net als bij verkoop werd daarmee de grond afgestaan. De aan kopers betaalden in plaats van de eenmalige koopsom een jaarlijkse cijns in rogge en evene (haver). Op die manier was het gasthuis ook voor de toekomst verzekerd van geregelde inkomsten. Waarschijnlijk heeft het gasthuis deze erfpachten naderhand alsnog verkocht. In de overdrachten van Maasniel is er nauwelijks nog sprake van.
In 1381 nam Maria Engelen dr. van der Porten tien bunder akkerland in erfpacht. Haar vader was bij de overdracht aanwezig als schepen van Maasniel. Jaarlijks betaalde de vrouw hiervoor 8 malder en 5 sommeren rogge aan het gasthuis 3).
|
In 1454 droegen de meesters van het gasthuis ruim vijf bunder over aan de kartuizers, die de grond bij de Wijerhof achter het dorp voegden 4). De akkers die bij Gasthuishof hoorden, waren op het Asenraderveld gelegen. Volgens meting in 1682 bij elkaar 19 bunder land, alles lichte grond, waarvan 10 bunder keurmedig goed. Daarbij kwam nog het Gasthuisbroek (10 bunder). Bij de hoeve lag een boomgaard (200 roeden). Eind 17 e eeuw gingen twee bunder keurmedige grond over op de vrijheer, terwijl naderhand nog een akker nabij het Maalbroek aan boeren uit Asenray in erfpacht werd uitgegeven.
In 1628 berekende de schatbeurder de akkers van Gasthuishof op 33 bunder. Volgens de meesters van het gasthuis bedroeg dit echter niet meer dan 19 bunder.
En voor meer waren zij niet bereid aan de landschat bij te dragen. Bij de meting van 1723 stond Gasthuishof op naam van het Manhuis, een van de instellingen binnen de Roermondse armenzorg. (kaart 59) Naast huis en hof (132 roeden) werden 33 bunder broek- en akkerland gemeten. Elders in de gemeente lagen nog zo'n 15 morgen land op naam van de Armen van Roermond.
Volgens de beestenschat eind 17e eeuw telde Gasthuishof 3 paarden voor de akkerwinning, 12 koeien en 118 schapen.
Ook waren de 12 bijenkorven belast.
Vooral de schaapskudde nam in de volgende eeuw sterk in aantal af. In 1766 werden er nog 50 schapen geteld, en twintig jaar later was het aantal nog verder afgenomen tot 40. Hoewel de schapenteelt in de gemeente in het algemeen was afgenomen, was dat nergens zo duidelijk als hier.
HENDRICK VAN DER VELDEN
Rond 1630 woonde hier Swaerte Reinke.
Hij was Dirck (Sillen?) als pachter opgevolgd en boerde er tien jaar later nog. Met Reyncken op Gasthuyshoff werd waarschijnlijk Reyner Spooren bedoeld.
Het duurt liefst tot 1681 voordat weer een halfman op de boerderij genoemd wordt.Hendrick van der Velden had de pacht toen overgenomen. |