Zijn oudste dochter was als meid in de stad gaan werken bij Theodorus Cuypers, secretaris van de vrijheerlijkheid Dalenbroek. Voor een reis naar Brabant kreeg Lysbeth het bruyn nieuw stoffe cleedt van haar overleden moeder en een koffer mee en nog drie pattacons aan reisgeld.
DE HOPPENHOF
Albert Salden stierf anno 1713/14. En wat gebeurde met de weduwe Salden? Was zij dezelfde Marie Reynders, die in 1715 trouwde met Jacob Phlipsen uit Leeuwen? Het echtpaar timmerde in dat jaar een huis, waar voorheen de Gemuyrden hof* heeft gestaan. Beide echtelieden stierven kort na elkaar in 1747.
Jan Salden (1692-ca.1724) trouwde voor 1717 met Sibilla Thijssen (1691-1737), die enkele huizen verderop was geboren als dochter van Thijs Thijssen en Trincken Emonts (+1702). Jan erfde het sterfhuis van zijn vader in de beekstraat en de akker daarachter, uitschietende op de Groene- weg. Na het overlijden van haar moeder erfde Sibilla, de weduwe Salden, in september 1729 nog de halve boerderij van haar grootvader Daniël Emonts.
Midden 17e eeuw moet de grond nog deel hebben uitgemaakt van het zogenaamde Coen Febus-leengoed. Deze boomgaard was niet veel groter dan drie morgen, gelegen tussen de beekstraat en het kerke- voetpad. Naast de boerderij van Emonts lag de hoppenhof van de familie Claessen uit Roermond. Anno 1682 stonden op dit leengoed hooguit twee huizen. De overige bewoning kwam hier pas veel later op gang.
|
De verdeling van het stokgoed vond reeds plaats in mei 1699 na het overlijden van Daniël Emonts. Als erfgenamen werden genoemd zoon Dirck, die de helft naast Spoorenkamp erfde, en schoonzoon Thijs Thijssen. Hij verwierf de helft naast de hoppenhof. De een zou een nieuwe huisdeur moeten maken, terwijl de ander de brandtmuyr moest afbreken, om door beiden nieuw te worden opgetimmerd. Den mistwegh, niet breder dan een karrespoor, konden zij samen blijven gebruiken.
JAN COX
Sibilla Thijssen liet vier kinderen na: Matthias, Agatha, Catharina en Margaretha Salden. Beide huizen gingen uiteindelijk over op haar schoonzoon Jan Cox, die in april 1741 trouwde met Catharina Salden. Het ene huis verhuurde hij aan de weduwe Janssen, terwijl hijzelf in het huis van zijn schoonvader ging wonen. In de stal stonden twee koeien. Tevens was er nog plaats voor een wacholterketel om jenever te branden in het zogenaamde stoeckhuys. Agatha Salden was in april 1736 getrouwd met Ruth Hanssen. Het echtpaar kocht in juni 1749 het Kesselshuis op de Gaesheuvel te Leeuwen, waar Agatha in 1783 stierf. Omdat zij kinderloos was gebleven, droeg de weduwe in augustus 1780 haar huis en goederen over op haar neef Jacob Spee in ruil voor levensonderhoud. Jacobs ouders, Lins Spee en Margaretha Salden waren in Handmerken uit de 17e eeuw. |