Dat heeft hij niet mogen smaken. Met een ferme tik sloeg Thijs een bierkruik op zijn hoofd stuk.
Jan en Ruth Schrijvers en hun neef Peter Beeck kwamen op weg naar het dorp Dirck Emonts tegen, vergezeld van Jan Eggels, knecht op de kapittelhof te Leeuwen. Een oude ruzie werd hier uitgevochten. Maar daar bleef het niet bij.
Een week later was het weer raak voor het huis van Emonts aan de beek. Jan en Peter werden danig met knuppelslagen getrakteerd. Zij werden daar opgewacht door Dirrick, diens vrouw, door Trincken en Thijs, gewapend met eerre speycke (spaak). De twee jongemannen werden bont en blauw geslagen. Vooral Peter Beeck kwam er slecht vanaf. Toen hij de omstanders aanriep hiervan te getuigen, riep Thijs dreigend: "Wye wilt hyer tuygen? 't Zije wye het zije, ick slaen all overhoop wat mij voorcompt." Voor al deze straetschenderijen werd naderhand een boete van liefst 25 goudguldens geëist. Peter Beeck kon meerdere keren naar den meester (chirurgijn) gaan om zich te laten cureren. Buiten de overige verwondingen waren oock dry butsen, soo opt hooft geslaeghen, doorgebroocken.
Catharina Emonts was begin december 1702 gestorven. Daarna is Thijs Thijssen hertrouwd. Na zijn overlijden in 1708 immers werd het huis nog twintig jaar bewoond door zijn weduwe. De vrouw had alleen het gebruiksrecht over de woning, die op naam stond van de erven Thijsen. In oktober 1708 deed zij haar beklag bij de gemeente over haar financiële nood, bij gebrek aan eigen middelen. Haar man was aan zijn hoofd gewond en had zich laten behandelen door de scherprechter (tevens chirurgijn). Door diens nalatigheid evenwel was Thijs aan zijn verwondingen overleden. De gemeente zou voor haar inspringen.
2. GASTHOF
Aan het kerkevoetpad van Leeuwen lag voorheen de zogenaamde Spoorenkamp. Deze akker was samen met het huis en de boomgaard aan de beek ongeveer 660 roeden groot. De grond was voorheen door het Gasthuis aan Peter Spooren in erfpacht gegeven tegen vier malder rogge jaarlijks.
|
De grond was tevens belast met een keurmede en met een jaarlijkse cijns van een paar hoender en een schelling aan de vrijheer. De Gasthof met akker kwam al spoedig op naam van Jan Sporn, omstreeks 1620 geboren als zoon van Wolter Spooren, alias Bremmers, en kleinzoon van Jan van Bruggen, genoemd Spooren. In 1628 betaalde Wolter zijn aandeel in de schulden die zijn vader had nagelaten. De overheid had arrest op diens goederen laten leggen om aflossing der schulden af te dwingen. Hierin was Wolter voor een derde deel verplicht. Een ander deel was te betalen door Jehenne Spooren. De derde was Trincken Spooren. Zij trouwde in mei 1632 te Roermond met Joachim Vossen. Het echtpaar ging wonen op het Maelt in Asenray.
Wolter Sporen was getrouwd met Geerken Einghelen. Via de vrouw kwam de boerderij naast de kerkhof in de familie Bremmers. Huis en hof aan de dorpsstraat gingen over op de jongste zoon Andries. Terwijl zijn broer Jan zich Spooren bleef noemen, hield Andries de naam Bremmers aan, terwijl zij toch beiden zoons van dezelfde Wolter waren.
Wolter Spooren en Geerken Engelen kregen nog twee dochters: Merrij en Mettel Bremers alias Spaeren. De eerste trouwde in 1663 met Evert Hoet en de tweede met diens broer Jacob, beiden zoons van schepen Hendrick Hoet en Meriken Slabbers, herbergiers aan de Broekhin. Wolter woonde toen in het huis aldernaest den kerckhoff. Hij ondertekende steeds met een handmerk in de vorm van een hekje. Hij stierf kort voor 1670. In zaken deed Geerken een beroep op haar zoon Andries. Jan Spooren kreeg met zijn vrouw Sophia zes kinderen. Hij is broedermeester van de schutterij geweest. Als zijn handmerk tekende hij met een zonnetje. Sedert 1654 werd hij als tiendpachter genoemd, evenals zijn vader een kwart eeuw daarvoor. In 1666 werd het huis nieuw gebouwd. De stenen werden betrokken van Kloosters- hof. Na enige strubbelingen met de rentmeester van de Munsterabdij kon met het metselwerk worden begonnen.
Dochter Catharina (1655-1703) trouwde met de koster. Zij stierf zonder kinderen na te laten. |