Tekst zoeken   -    Inhoud   -    namen index
 - Vorige - Volgende

Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan RuitenĀ©

pag.402  

Onder de klockenslagh van Neel Asenray en Leeuwen

SCHAERBROECKSKENSHUYS

"Tot dyen is het aen eenjegelijck bekent dat alle losse ende ongebonde jonckheydt daegelijcx tot het huys der gedaegde liber acces hebben, ende aldaer bedrijven allerhande petulantien ende excessen, soo bij nagten als bij dagen, tot groot schandael ende verargernisse van het publyck."
In augustus 1654 werd Catharina gedoopt, dochtertje van Henricus Westphalus en diens vrouw Mechtildis. Het gezin woonde in Leeuwen aan het Speebeekje. Vrouw en kind kwamen te sterven en tien jaar later blijkt dat Hendrick alweer hertrouwd is met Neulke Nelissen, jongedochter van Nelis van Besell en zijn vrouw Achtgen, halfers op de Wijerhof. Hier werkte Hendrick toen als knecht. In 1664 werd zijn zoon Areth geboren. Wederom werd vermeld dat de vader afkomstig was uit Westphalen.

HENRICKUS WESTPHALIS
Hendrick Aelen werd in 1664 aangeklaagd wegens messetrekkerij en mishandeling, waarvoor hij in eerste instantie werd veroordeeld met een boete van 30 goudguldens. Maar Hendrick liet het daarbij niet zitten. Hijzelf was het slachtoffer van een oneerlijke ruzie met drie dorpelingen uit Asenray, waarna hij liefst twintig dagen het bed moest houden, waardoor hij niet heeft kunnen werken. Een ander heeft toen voor zes stuivers per dag zolang zijn plaats ingenomen. Daarbij kwam nog dat Hendrick zich heeft moeten sterken met wijnsuiker en andere specerijen, om nog maar te zwijgen van de dokterskosten. Nog lang daarna heeft hij niet kunnen werken vanwege zijn verwondingen. De schepenbank draaide bij en Hendrick ging vrijuit.
Begin 1665 sloot Hendrick Aelen een pachtovereenkomst met Anthonius Cruysancker omtrent het goed de Mouthaegen*.

Hier woonde hij tot pasen 1772. Met ruzie moest hij de boerderij verlaten. Dat Hendrick in die jaren nog over voldoende geldmiddelen beschikte, mag wel blijken uit een lening van 400 gulden, die hij in 1669 verstrekte aan herbergier Matthijs van Suchtelen en Geertruydt Tobben, met als onderpand een halve bunder akkerland achter De Thooren. Zijn eigen grondbezit bedroeg acht morgen, waartoe een weide en boomgaard.
De afkomst van de familie Aelen moeten we dus zoeken in het Westfalense. Inderdaad ligt daar nabij Munster het plaatsje Ahlen. Hendrick is niet alleen hierheen getrokken, want in 1664 werd (zijn zuster?) Anna Aelen als doopgetuige genoemd. Met zijn vrouw Neulke kreeg hij zes kinderen: Agatha, Areth (1664-1708), Barbara, Catharina (1669-1692), Jan (1675-1733) en Nelis (1678-na 1720).
Na de minder prettige ervaring op de Mouthagen vertrok het gezin naar Swalmen en ging daar wonen op het Schaerbroeck. Dit was eveneens een grote boerderij met ruim twintig bunder aan akkers, weiden en boomgaarden, grenzend aan de limiet met Maasniel. Het goed behoorde toen aan het kapittel te Roermond. Daar werden waarschijnlijk zoon Jan, maar zeker wel Nelis geboren. Van de Schaerbroeckse jaren zijn verder geen gegevens voorhanden. Het gezin bleef daar zo'n twintig jaar wonen.

ARETH AELEN
Zoon Areth werd in juni 1664 op de Wijer geboren. Op het Schaedtbroeck groeide hij op tot een onstuimige jongeman, zoals uit meerdere rechtszaken is gebleken. Bijvoorbeeld die sacramentsdag in 1692 toen hij tegen de avond de nodige stampij veroorzaakte ten huize van boer Schrijvers. Hij maakte zich geenszins zorgen over de vernielingen die hij aanrichtte, omdat hij geld en goed genoeg had, zelfs goud en zilver, om zijn wandaden te betalen.


Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan RuitenĀ©

pag.402  

Eerste  Vorige  397 398 399 400 401 402 403 404 405 406   Volgende  Laatste