Tekst zoeken   -    Inhoud   -    namen index
 - Vorige - Volgende

Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan Ruiten©

pag.404  

Onder de klockenslagh van Neel Asenray en Leeuwen

Hier zou al een huis gebouwd zijn door de pastoor. Dat was dan Gerard van den Hoeffacker rond 1600, maar de voornaam klopt dan weer niet. Wel is duidelijk, dat Neulke de grond van haar ouders heeft geërfd. Ook de andere huizen op deze kamp vielen onder dezelfde cijns.
In 1701 moest de weduwe Aelen haar goederen beschermen tegen een arrest ten laste van haar zoon Jan. Zij had toen in eigendom drie huizen en 61/2 morgen akkerland. Twee huizen had zij zelf van de grond af laten timmeren en van de akkers had zij als weduwe twee morgen zelf gekocht. Daar kon zij dus vrij over beschikken zonder toestemming van haar kinderen of van wie ook! Het gericht kon er dan ook geen beslag op leggen.
In die jaren werden de twee huizen met de moeshoven en de boomgaard aan de Eyermert en het huis in Leeuwen met enkele leningen zwaar belast. In 1705 was dat om het Schaerbroeckskenshuys te herbouwen. De andere leningen werden opgenomen om de kinderen te helpen een redelijk bestaan op te bouwen. Herhaaldelijk ook om de dure proceskosten te kunnen betalen, wanneer er weer een knokpartij was geweest.

WEEGHLAEGHE
Jan Aelen vond gemakkelijk aansluiting bij de jonckmans in het dorp. Wanneer zij 's avonds de herbergen bezochten en stevig gedronken hadden, maakten zij de straten onveilig. Juist toen zijn broer Areth, toch ook geen gemakkelijke jongen, als hardwerkende huisvader wat rustiger was geworden, maakte Jan Aelen zich steeds vaker schuldig aan straetschinderijen.
Het begon al goed op 9 september van het jaar 1700. Volgens Hubert Kersten, die toen logeerde in het huis van Thijs Geurts aan de Broekhin, gebeurde het volgende. Samen met Rudolph Haen en Jan Geurts keerde hij terug van een bezoek aan de Kapel. Gekomen bij het huis van schepen Baeckhoven werd hij door een hond aangevallen, die hij met een steen verjoeg. Toen het drietal even verderop over het vonderen de beek was overgestoken, werden zij plotseling door vier personen achtervolgd: twee in blauwe kedels, een in een bruine casack.

Het was ongeveer tien uur in de avond, dat de maene clair schijnde. Er ontstond een woordenwisseling over het wegjagen van de hond. Daarbij moet Jan Aelen het mes hebben getrokken, waarmee hij enige malen flink uithaalde en Rudolph Haen dusdanig toetakelde met meerdere verwondingen aan gezicht en hals, dat deze zich naderhand gedurende lange tijd onder doktersbehandeling moest stellen.
Volgens Matthias Baeckhovens was het allemaal nogal onschuldig begonnen. Die avond had het dienstvolk wat geld bij elkaar gelegd om samen te gaan verdrinken. Bij de herberg van Stoffer Timmermans naast het raadhuis kwamen ze Jan Geurts, alias Spee, tegen in gezelschap van de twee jongemannen. Na enig krakeel werd het drietal tot voor het huis van Jan Thomassen achtervolgd. Jan Aelen ontkende dat zij met stokken gewapend waren. Hij zei de personen wel aangesproken te hebben, hun goeden avondt wenschende! Maar hij werd het eerst geslagen en de anderen hadden hem met hun mes tot aan het huis van de koster gedreven. Toen eerst heeft ook hij zijn mes getrokken, maar heeft er niet mee gestoken. Andere getuigen hebben deze verklaring echter tegengesproken. Hier moet hij Rudolph danig hebben toegetakeld.
De schepenbank kwam er niet uit en de zaak werd doorverwezen naar het Hof van Gelre te Roermond. Dat veroordeelde uiteindelijk in april 1701 Jan Aelen als de grote boosdoener en messetrekker. Behalve de hoge proceskosten kon hij ook nog opdraaien voor de schulden die Rudolph Haen nadien heeft gemaakt: o.a. voor de chirurgijn 36 pattacons en nog eens 63 aan onderhoud en genezing. Om dit alles op hem te kunnen verhalen, werd arrest gelegd op zijn kindsdeel om daarop publiekelijk te worden verkocht. De weduwe Aelen haastte zich toen te verklaren, dat er weinig te verhalen viel op haar zoon. Trouwens bij de openbare zitting bleek ook niemand kooplustig te zijn. Voorlopig werd dus niet betaald.
Zulke straatgevechten kwamen wel vaker voor en steeds was Jan Aelen van de partij. Het volgende gebeurde in 1705.


Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan Ruiten©

pag.404  

Eerste  Vorige  399 400 401 402 403 404 405 406 407 408   Volgende  Laatste