Tekst zoeken   -    Inhoud   -    namen index
 - Vorige - Volgende

Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan RuitenĀ©

pag.428  

Onder de klockenslagh van Neel Asenray en Leeuwen

THISSEN VAN DER HEYDEN

"Dat Thijs Thijssen de onmundighe kinderen sal optrecken, eerlijck onderhalden in cost, cleederen ende ter schoolen houden om te leeren lesen ende schrijven, gelijck eenen vader schuldich is."
Thissen van der Heyden, Thijs van Vlodrop en Thijss op den Wijer: drie namen en toch steeds dezelfde Thijs, stamvader van de familie Thijsen of Tissen te Maasniel met een vertakking naar Roermond.
Bij het opstellen van deze stamboom werd uitgegaan van Joost Thijssen, die rond 1710 trouwde met de herbergierster Elisabeth Severijns. Zijn geboorte staat niet in de doopboeken van Maasniel ingeschreven. Zijn vader Thijs Thijssen was in oktober 1685 in tweede huwelijk getrouwd met Trincken Jansen. Via diens vader Joost komen we bij Thissen van der Heyden uit Vlodrop, die als pachter woonde op de Wijer te Maasniel. Van deze stam uit vertakt de familie van generatie op generatie, waarbij de naam Thissen door de zonen werd doorgegeven.

GOERDT MAESSEN
Zoals toen nog gebruikelijk was, werd Thissen door de naburen genoemd naar de boerderij waarop hij woonde: de kartuizers Wijerhof. Andere pachters uit het begin van de 17e eeuw waren Peter op Gasthusshoef, Jan op Apothekershoff, Dierick op die Reith enz. Thissen had de halfscheid van zijn schoonvader overgenomen. Eind 16e eeuw waren Goerdt Maessen en zijn vrouw Lyske pachters op de Wijerhof. Dat weten we o.a. van hun dochter Marie Maessen, die in 1658 verklaarde van kinds af aldaar te hebben gewoond. De 70-jarige weduwe, weliswaar bedlegerig maar nog goed bij verstand, kon echter wegens de vele crieghstroubelen toendertijd niet vertellen of zij op de boerderij zelf is mensch gheworden. Haar ouders noemden haar ook wel een convents kindt.

Dat wil zeggen, dat Marie in het klooster geboren is. Vanwege het krijgsgevaar was de pachter indertijd met zijn gezin naar de stad uitgeweken. Omstreeks 1590 werd het platteland geregeld door vreemde legerbendes afgestroopt. Vee werd gestolen en de oogsten meegenomen. Voor de boeren zat er niets anders op, dan een veilig onderkomen in de stad te zoeken. Goerdt Maess (ca.1550-1635) woonde toen al op de Wijerhof. Bij het naderend krijgsgevaar heeft hij zijn toevlucht genomen in het kartuizerklooster. Hij heeft de boerderij zeker dertig jaar in pacht gehad. Sinds 1605 was Goerdt tevens schepen te Maasniel. In die jaren werd hij aangeslagen voor huis en akkerland, bij elkaar zo'n zes morgen. In 1628 is dat ruim het dubbele. Hiertoe behoorde ook een boomgaard nabij de brug over de beek aan de ingang van het dorp, zo'n 21/2 morgen groot. Nog voor 1630 werd deze gedeeld tussen de beide dochters. Merrij (x Thijs van der Heyden) en Grieth (x Jan Sillekens).
In de belastinglijst van 1628 komt de laatste niet voor. Vijf jaar later kochten Jan Cillen en Griethen zijn vrouw van Philips van Swalmen voor 627 gulden een huis met hof en schuur tegenover de kerk. Kort daarop evenwel was het huis alweer overgegaan op Dirck en Joost ingen Waterschey. Ook de boomgaard tegenover het heyligen huysken blijkt naderhand in zijn geheel op Thissen van der Heyden te zijn overgegaan. Van Jan en Griethen is sindsdien niets meer vernomen.
In 1635 tekende Goerdt Maessen nog een schepenstuk met zijn handmerk, een eg. Maar reeds het jaar daarop richtte de weduwe Maessen zich tot het gericht inzake het beschud van een akker.
Het huis van schepen Maessen stond waarschijnlijk op de hoek van de Eyermert, tegenover het Baeckhovens huis. Samen met moestuin en boomgaard zo'n 100 roeden groot. Huis en hof stonden een halve eeuw later op naam van de weduwe Jansen op Kloostershof evenals de moestuin over de beek.


Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan RuitenĀ©

pag.428  

Eerste  Vorige  423 424 425 426 427 428 429 430 431 432   Volgende  Laatste