Vooreerst was daar Dirck Tissen, die zonder lijfserven stierf. Zijn zus Heylcken was achtereenvolgens getrouwd met Coen Schroers en Reutgens Wylm. Uit beide huwelijken liet zij kinderen na. In 1655, toen de erfeniskwestie speelde, was Willem alweer hertrouwd. Dan volgt Joost Thijsen, die het huis van zijn ouders erfde. Tenslotte Trincken Tijsen, die omstreeks 1650 trouwde met Stoffer Claessen uit Roermond.
Toen Gerardt van Bree en Marie Maessen de Wijerhof hadden verlaten, zijn ze in het huis aan het Mussenboender gaan wonen. Marie stierf in de winter van 1658/59, enkele jaren na het overlijden van haar man. Daarop trad hun zoon Tilman van Bree in proces tegen de erfgenamen Tijssen. Hoe deze kwestie werd geregeld, is niet bekend. De zaak sleepte zich meer dan twee jaar voort. Joost Thijsen trad op namens de andere erfgenamen. Onverwachte hulp kreeg hij van Goetzen van Asenray, die borg stond met al zijn hebben en houden. De voormalige knecht op de Wijer, woonde toen in het (halve) huis, dat Jan Sillen in 1633 had gekocht.
HEYLCKEN THISSEN
De oudste van de vier kinderen van Thijs van der Heyden en Marijen Maessen was waarschijnlijk hun dochter Heylcken. Zij trouwde in eerste huwelijk met Coen Schroers. Drie kinderen werden uit dit huwelijk geboren. Hun zoon Tisken Coenen verhuisde naar elders. Als kinderen van deze Tisken tot Goor werden later genoemd: Marie Coenen (x1683 Jan Lytgens van Ryeth), Skarlet, Coen Coenen (x ca.1695 Digna Geenen) en Dirck Coenen x ca.1700 Elysabeth Swaelen). Beide broers woonden in Neer toen Dirck in 1714 het erfgoed te Leeuwen, bestaande uit huis en akkers, verkocht aan de pachter van Kloostershof. Huis, hof en boomgaard waren afkomstig van zijn vader Tis van Goor. Tegen het eind van de 17e eeuw woonde hier het gezin Lytgens.
Via het bunderboek uit 1682 kwamen we ook Herman Maessen op het spoor. Hij woonde in Roermond en was getrouwd met Catharina Coenen. Trincken was een zus van Thijs Coenen en omstreeks 1640
geboren. |
Van haar ouders had zij drie morgen akkerland geërfd. Wanneer hun kinderen Helena (*1666) en Coen Maessen (1668) naar het ene ouderpaar verwijzen, dan moeten Leonard (*1671) en Catharina (*1673) genoemd zijn naar Hermans ouders. Onder de doopgetuigen treffen we ook Godefrida Coenen aan. Zij werd in de wandel Guertge tot Ghoor genoemd. Haar erfdeel ging later op haar broer Thisken over.
Uit het tweede ehebed van Heylcken Thissen met Wylm Rutten werden wederom drie kinderen geboren. De eerste werd naar goed gebruik genoemd naar haar overleden echtgenoot: Coen Willems (x1675 Catharina Smeets). Verder kennen we Elysabeth Willems (x1669 Areth Verlynden, xx1677 Jacob Slabbers) en haar broer Rut Rutten. De laatste stierf zonder lijfserven.
Reutgens Wylm werd al in 1643 onder de tiendpachters genoemd. Dat geeft aan, wanneer ongeveer hij met Heylcken Thissen is getrouwd. Voor de akkerwinning had hij land van de Munsterabdij in pacht. De kinderen Willems erfden enkele akkers en een halve boomgaard aan de dorpsbrug. Naderhand werd daar een huis gebouwd, dat zij in 1686 verkochten aan hun neef Thijs Thijsen. Voorheen heeft hier het gezin van Areth Verlynden gewoond.
Na twee huwelijken stierf Heylcken Thissen, ongeveer 40 jaar oud. Willem Rutten hertrouwde met Lysbeth Vrencken. Hun eerste kind werd in 1655 Helena gedoopt, zo genoemd naar Heylcken zaliger. Ook voor de kinderen uit dit huwelijk blijkt er een huis met tuin en akker te zijn. Het huis lag schuin tegenover de boerderij van This van Ghoor. (Nu heet het daar "Aan de Schouwberg". Maar zou die naam niet afkomstig zijn van de familie Schouwenberg, die hier in 1728 kwam wonen? Deze veldnaam werd in de archieven immers nooit gebezigd.)
Ook Coen Willems blijkt naderhand nog enig recht op dit huis te hebben. Vrij laat, maar toch met de beste bedoelingen, stichtte hij in december 1699 voor 50 gulden een jaargetijde tot troost en saligheyt van sijnen overleeden vader Willem Willems(./), gestorven is int iaer 1665 den 26 mey. Als onderpand werden huis en hof van zijn broer Reyner genoemd. |