THISSEN VAN DER HEYDEN
Thijs op de Wijer was afkomstig uit Vlodrop en verwant aan de familie Beurskens aldaar. Zo verklaarde immers Jan Beurskens, die als 13-jarige jongen bij zijn oom Thijs in dienst was gekomen. Daar bleef hij meer dan tien jaar; eerst als scheper en later als bovenknecht. Verder is met name nog zijn broer, Steven van Vlodrop bekend.
Thijs had niet alleen de halfwinning van zijn schoonouders overgenomen, maar ook al het roerend goed: beesten, vruchten en meubelen, zoals toen op de boerderij aanwezig, voor 300 gulden.
In 1625 kochten Thissen van der Heyden en Merije zijn vrouw van Herman Bormans en Catharina Creiartz uit Maaseik een huis met schuur, stalling en moeshof, naast het Mussenboender. Het echtpaar Bormans had achter de boerderij nog elf morgen akkerland, maar dat is in de familie gebleven. |
Verder had Thijs uit eigen middelen 10 morgen akkerland verworven reeds voor de erfdeling van schepen Maessen. Kort na 1630 hertrouwde Marij met Gerardt van Bree, sindsdien Gerardt op de Wijer genoemd. Hij hield de pacht op de bouwhof nog zes tot tien jaar aan.
Omstreeks 1655 stierf Dieryck Thijsen. Zo'n tien jaar eerder had hij zijn testament gemaakt, ten gunste van zijn broer en twee zussen, ofwel hun kinderen. De erfdeling verliep niet zonder problemen. In de procesrollen komt de zaak enkele keren voor. De kwestie handelde tussen Steffen van Vlodrop, waarschijnlijk als voogd, Stoffer Claessen en Joost Thijsen tegen Willem Rutten. De laatste was moeilijk te bewegen, afstand te doen van de aardse goederen van de overledene. Deze erfeniskwestie en stukken uit later jaren laten de eerste loten aan de stamboom verder uitgroeien en geven zodoende een duidelijker beeld over Thissens kinderen. |