Aan bijgaande stamboom kunnen we aflezen, dat het alle drie erfgenamen zijn van wijlen Herman op gen Broeck, die in de jaren '40 onder de tiendpachters werd genoemd.
Deze Herman Jochims werd in 1664 samen met Maes op gen Broeck aangesproken vanwege een achterstallige schuld. Herman zou dan getrouwd kunnen zijn met Enneken, de andere dochter van schepen Rutten. De naam Anna komt veelvuldig voor onder zijn kleindochters.
Tien jaar eerder liet de abdis beslag leggen op Hermans goederen en vruchten wegens een achterstallige erfpacht. Huis en hof waren immers gebouwd op voormalig kloosterland en in voorbije tijden door de abdij in erfpacht overgedragen. De erfgenamen van Dirck Maessen moeten huis, hof en land aan Herman hebben verkocht, zodat het geheel op diens kinderen kon worden vererfd.
Herman leefde ongeveer van 1610 tot 1685. Enkele jaren voor zijn overlijden werd hij nog aangeslagen voor 3 koeien, 4 kalveren, 53 schapen en 5 bijenkaren. Dat betekent, dat hij buiten zijn eigen akkers ook nog heel wat pachtlanderijen onder de ploeg moet hebben gehad.
Zijn zoon Jochim was in mei 1672 getrouwd met Lysbet Hendricks op den Poelt. Nog geen drie weken later werd hun eerste dochtertje geboren.
Joachim op gen Broeck werd aangeslagen voor 3 koeien. Aan het Gebroek voerde hij een herberg. Hij leefde ongeveer van 1645 tot 1705. Dat jaar klaagde Lysbeth de meid aan wegens diefstal.
Broer Jan trouwde eerst in mei 1691 met Margaretha Joosten, terwijl hij toch al in 1677 als doopgetuige optrad. Zijn levensduur moeten we tussen 1650 en 1720 plaatsen. Hun drie dochtertjes zouden op jonge leeftijd sterven. De moeder ging haar kinderen in juni 1700 voor in het graf. Voor de akkerwinning beschikte Jan in 1691 over twee paarden, terwijl de graanvoorraad in 1698 werd geteld op liefst 15 malder. Dat is meer dan zijn eigen akkerland opbracht. Hij moet dan ook, evenals zijn vader voordien, ander land hebben gepacht. Begin maart 1713 maakte Jan Hermens, oud en zonder kinderen, zijn testament ten gunste van zijn aangetrouwde neef Andrees van Kessel en Silleken Versteeghen.
|
Jan Hermens vermaakte hen het halve huis, boomgaard, moeshof en de akker. Ook zijn overige bezittingen, waaronder paard en koeien, liet hij de echtelieden na. Daartoe behoorde ook de hypotheek van 100 gulden uit 1666, waarover Andries later nog werd aangesproken.
De wederhelft van het huis stond op naam van Claes Beenen (ca.1660-1733), in juni 1690 getrouwd met Beatrix Hermens. De vrouw had al 13 jaar eerder een kind in de wereld gezet. Van de overige kinderen komt later nog zoon Herman ter sprake. De graanvoorraad stond niet in vergelijk met die van zijn zwager.
Enkele huizen verderop woonde Thijs Cox, in februari 1686 getrouwd met Methien Hermens. Het echtpaar bleef kinderloos.
BROUWHUIS
In januari 1693 trouwde Merten Jacobs, alias Verstegen, met de 18-jarige Anna Jochims. Zij was de jongste dochter van Jochim Hermens en Lysbeth op den Poelt. Merten werkte in de herberg van zijn schoonouders, zoals in 1695, toen hij de beugelaars van drank voorzag. Merten Verstegen was schepen in de dingbank Maasniel van 1707 tot zijn overlijden in augustus 1731. Na zijn benoeming bood hij het gericht sijne schepenmaeltijdt aan. In september 1715 was hij hertrouwd met Catharina Nijssen, de weduwe Bremmers uit het dorp.
In die jaren was tevens sprake van een brouwhuis. Als onderpand voor 25 pattacons werden in 1716 twee morgen akkerland beleend. Voor nog eens 38 pattacons beleende de familie "ons brouwhuys mittet geheel getouw". Toen stonden Merten en Hendryck Verstegen, Jan Hermens en Andries van Kessel borg voor het geleende kapitaal.
De familie had nog oude schulden te vereffenen. In februari 1700 werden Merten en Andries en Claes Beenen nog aangesproken voor de belening uit 1634 door de kinderen van schepen Rutten. |