Tekst zoeken   -    Inhoud   -    namen index
 - Vorige - Volgende

Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan RuitenĀ©

pag.501  

Onder de klockenslagh van Neel Asenray en Leeuwen

Sophia was een dochter van Dirck Janssen, de vorige pachter op de kartuizershof. Nu verhuisde het gezin naar Asenray om de oude Jacob op zijn boerderij met het vele werk te helpen. Uit dit huwelijk werden o.a. zoon Nicolaus en dochter Umelia geboren.

JAN VAN DAELL
Jan Claessen (1702-1743) trouwde in november 1734 te Vlodrop met Joanna Storms. Van hun vijf kinderen bleef alleen zoon Gerardt (1741-1811) in leven. Na het overlijden van de beide ouders werden zijn belangen te Maasniel door oom Christiaen waargenomen.
Marie Claessen trouwde tegen 1730 in eerste huwelijk met Albert Timmermans (1700-1733). Het echtpaar kreeg twee kinderen, waarvan we alleen zoon Stoffer met naam kennen. Hij was genoemd naar zijn grootvader Stoffel Timmermans, tot 1704 herbergier in het huis van zijn vrouw Jenneken Thomassen. Albert en Marie namen de herberg in Het Kempken over van het echtpaar Zeegers. Maar Albert stierf reeds na korte tijd, slechts 33 jaar oud.
In februari 1735 hertrouwde de herbergierster Marie Claessen met Jan van Daell. Tevoren hadden zij voor de schepenbank hun huwelijkse voorwaarden laten vastleggen. Zij zouden naar kerkelijk gebod elkaar trouwen, beminnen en de meeste respect toedragen. Al hun geld en goederen werden tot stuyr van desen houwelijck aangewend, terwijl de kinderen uit dit tweede huwelijk met die van den eersten bedde alles gelijk zouden delen na het overlijden van hun moeder. Achtereenvolgens werden geboren Albert, Agnes en Jacob van Daell. Het gezin bleef in Maasniel wonen aan de dorpsbrug. Daar overleed de vrouw in juli 1746. Jan van Daell bleef hier nog enkele jaren wonen met zijn kinderen. Nog steeds stond de boerderij aan het heyligen huysken open als herberg.

ROVERS
Het moet tot in de verre omtrek bekend geweest zijn, dat boer Claessen veel geld in huis had. Zo gebeurde het op de avond van de tiende oktober 1741 dat zoon Corst na het avondeten nog aan het haardvuur zat, terwijl zijn vrouw met de meid een slaapplaats klaarmaakte voor de twee swingerssen, die zich hadden verhuurd om de wol te spinnen.

Jacob was al naar bed gegaan. Het was tussen zeven en acht uur. Plotseling werd er op de buitendeur geklopt. Voordat de boer opendeed, wilde hij weten wie er was. "Goedt volck", zei een stem van buiten. "Ick ben hier verdoolt. Wijst mij doch eens den wegh naer eene herberge."
Maar nauwelijks had Corst de deur geopend of hij werd door enkele mannen overvallen en -"Trum, trum, trum."- met stokken geslagen. Daarna werd hij de koestal ingeduwd en daar met een mes op de keel in bedwang gehouden, terwijl twee mannen bovenop hem zaten.
Ondertussen waren de anderen in de keuken bezig om de slaapkamerdeur van boer Claessen open te breken. Toen de deur, die aan de binnenkant met een ijzeren ketting gesloten was, na veel geweld uit de stijl gesprongen was, werd Jacob overmeesterd en gebonden. Hetzelfde gebeurde met zijn zoon, die men aan de haren naar de kamer gesleept had.
Corst schatte de bende op zo'n kleine twintig man, waarvan sommigen swart in het gezicht waeren gemaeckt. Het huis werd overhoop gehaald, terwijl er buiten nog een paar man op de uitkijk stonden. Kasten en kisten werden opengebroken en alles wat van hun gading was, namen de mannen mee. Geld, kleren, linnengoed, servies, zowel tin- als koperwerk en zelfs het lijnwatt, staende in eenen ketel om gewasschen te worden, werd in zakken gestopt.
Beide mannen werden in de kelder opgesloten, samen met de twee spinsters en de oudste dochter, die zij uit de schapestal hadden gehaald. Sophia had zich met haar twee jongste kinderen in den torffschop naast de koestal verborgen gehouden. De rovers hadden haar niet opgemerkt omdat een koe het vuur van de lantaarn had uitgetrapt.
Toen zij het hulpgeroep van haar man hoorde, kwam de vrouw weer te voorschijn. Corst had net zolang gewacht tot hij aan het blaffen van de hond kon horen, dat de dieven verdwenen waren.


Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan RuitenĀ©

pag.501  

Eerste  Vorige  496 497 498 499 500 501 502 503 504 505   Volgende  Laatste