Tekst zoeken   -    Inhoud   -    namen index
 - Vorige - Volgende

Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan RuitenĀ©

pag.496  

Onder de klockenslagh van Neel Asenray en Leeuwen

HET SCHUTTE-CAMPKEN

"Daer sijnder in coemen vallen, veele in het getal, mit kluppelen ende swart wesende, hebben de caemer opgeslaegen, bij mij coemende hebben mij soodaenigh getracteert mit slaen ende stooten ende does geseyt: Schelm, waer is u geit? De kisten ende cast openslaende, hebben alles het huys vuytgeplundert."
Op 4 maart 1749 verwierf Francis Cox bij openbare verkoop alsuick huys ende hoff tot Asenraey gelegen, met den Schuttencamp, tesamen groot ongevehr dry morgen, ter eenre de beke ende de gemeynte ter andere sijden, voor 560 pattacons. Van dit bedrag bleef hij de verkoper, Jan van Daell, nog 204 pattacons schuldig. Dit geld zou naderhand met rente worden voldaan. De akker was belast met een pistool (=dertig schelling) ten behoeve van de Jonge Schutterij en het huis met een jaarlijkse cijns van een hoen aan de vrijheer.
De akkers zijn gelegen op de grens tussen Asenray en de gemeente Melick-Herkenbosch, toendertijd tevens de grens tussen Gelder en Gulik. Op een kaartje der keurmeden uit 1766 staat ook getekend het zgn. Schuttecampken, nu aen Francis Cox toebehorend, gelegen aan de Roode Beeck en erachter grond van de gemeynte, waarop een hele reeks boompjes. Huis en schuur stonden haaks op elkaar. Vanaf de wegh naer Daelenbroeck loopt een pad naar het woonhuis. Het geheel omvatte volgens de koopakte uit 1749 drie morgen, dat is ongeveer een hectare. Bekijken we echter het minuutplan van de gemeente Maasniel sectie D, in de situatie van rond 1818, dan beslaan deze gronden liefst het dubbele, zodat we moeten aannemen, dat in later jaren nog grond van de gemeente is aangekocht.
Jan van Daell was in eerste huwelijk getrouwd geweest met Marie Claessens, dochter van schepen Jacob Claessen en Ummel van der Velden.

Volgens de hefcedule der vaarcijnsen uit 1705 betaalde Jacob Claessen een hoen aan de vrijheer van Dalenbroek voor de Jongen Schutten-camp. De akker staat in deze lijst vermeld onder de "nieuwe erven". Dit betekent, dat de ontginning eerst sinds kort, vanwege de schutterij van Nyell, ter hand was genomen uit voormalige gemeentegrond. In het hoenderboek van 1682 staat de akker nog niet vermeld. Naderhand heeft boer Claessen het Schuttekempke in eigendom verworven tegen een jaarlijkse cijns van dertig schellingen aan de jounck scheuten. Toen moet hij er ook de boerderij hebben getimmerd. Het jaartal is niet bekend, maar waarschijnlijk al kort na 1700.

CLAES CLAESSEN
In april 1665 trouwde Claes Claessen met Maria Geraet (=van Geray). Oorspronkelijk moeten beiden van elders geboortig zijn. Zoals de naam al aangeeft, was Maria afkomstig van Geerderaeth (achter Wassenberg) in Westtalen. Zoon Leonardus werd naar haar vader Lennert genoemd. Van de vijf kinderen overleefden alleen Hendrick (1666-1739) en Jacob (1671-1743) de kinderjaren. Veel akkerland heeft Claes niet gehad: slechts 5/4 morgen op de Donck. Daar stond ook zijn huis. In de beestenschat werd hij aangeslagen voor 4 koeien en 11 bijenkorven. Claes int Kempken werd in 1691 als daghuurder aangemerkt. Hij beschikte dus niet eens over een paard voor de akkerwinning. Omstreeks 1705 wisselde Claes het tijdelijke voor het eeuwige. Hendrick Claessen trouwde begin 1688 met Kaerstyen Coenen. Hij verwierf door aankoop ruim 21/2 morgen akkerland op de Donck. Daarop bouwde hij aan de steegh zijn huis. Van zijn vader erfde hij nog 3/4 morgen op de Bekerkamp. Daarbij is het dan ook gebleven. Nog voor 1720 werd hij aangesteld tot burgemeester van het lijden.


Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan RuitenĀ©

pag.496  

Eerste  Vorige  491 492 493 494 495 496 497 498 499 500   Volgende  Laatste