HYPOTHEKEN
Meerdere keren verstrekte het echtpaar Claessen geldleningen aan andere boeren uit de gemeente. Een rol die vooral aan rijke burgers uit de stad was toebedeeld. Ook Geurt Coelen, getrouwd met Windelina Jansen, Ummelkes tante, werd in de overdrachten van Maasniel vaker als geldschieter genoemd. De gebroeders Jan en Christiaen Jansen, geboortig van Asenray, hadden zich eveneens met veel succes in Roermond gevestigd als kooplieden. Menig huis in Maasniel werd met geld uit hun beurs beleend.
Via belening kwamen meerdere huizen op naam van boer Claessen te staan. Zo nam Joost Clerx uit Asenray in 1707 een lening van 330 gulden op zijn huis aan het valderen. In 1708 werd dit in een verkoop omgezet. Weer een jaar later verkocht Jacob Claessen het huis aan Derick Delissen, halfer op de Thuyserhof.
|
Het handelt hier inderdaad om het huis van Ummelkes grootvader Jan. Ook Geurt Thijssen en Anna Thomassen beleenden in 1708 hun huis aan de Schuttencleverstraat naast de kerk voor 100 gulden. Later werd de rente omgezet in een jaargetijde voor wijlen schepen Claessen. Stoffer Sillen, in tweede huwelijk getrouwd met Margaretha Cox, beleende in 1709 voor 100 dukaten zijn huis en hof aan het Maalbroek, afkomstig uit het Hoffken van Wittenhorst.
De herberg van Gertruydt Aeben, de weduwe Spee aan de Broekhin, werd tot twee keer toe bij Jacob Claessen beleend. In 1709 voor 150 pattacons en in 1715 nog eens voor 100 dukaten. Schoonzoon Frans Palms kon de schulden naderhand niet meer aflossen. In 1759 kwam het (vervallen) huis bij een gedwongen verkoop voor 365 pattacons op naam van schepen van Keken. Daarop konden de erfgenamen Claessen worden uitbetaald. |