Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan Ruiten©

Joes zelf was ca.1710 aan de beekstraat geboren. Hij was een zoon van Gelis Crompvoets en Anna Spaeren. In 1723 stonden op naam van hun kinderen: twee huizen met moestuin aan de beek en bijna vier morgen akkerland. Zou hij identiek zijn aan Gelys den raemeker, die in 1689 een ranck leverde voor de brouwketel van Schrijvers aan de Broekhin? Dan zou de familietraditie nog verder teruggaan.
Na zijn huwelijk met Beatrix Heerkens in mei 1737 begon Joes Crompvoets aan de Eyermert een werkplaats als wagenmaker tot zijn overlijden in 1778. Beatrix Heerkens stierf bijna twintig jaar later.
In januari 1786 maakte de weduwe Crompvoets haar testament, om naderhand onenigheid onder haar acht kinderen te voorkomen.

Andries zou het rademakers-gereedschap erven. Met zijn broer Joseph moest hij dan het hout delen, 'tzije bewerckt ofte onbewerckt, van wat aent ofte natuer hetselve mag weesen, en verder het boeck van het hantwerck. De twee broers zouden samen met Anna en Petronella eerlijk de meubelen, het huisraad, linnengoed en beesten delen. Voor hun goede diensten ontvingen de twee meisjes tevens de gewassen op het veld en het mest op den hof. Alle overige goederen zouden gelijkelijk onder de acht kinderen verdeeld worden, mits zij ook voor de begrafeniskosten zouden opkomen.
Beatrix had het huis als jong meisje geërfd van haar moeder Barbara Aelen, getrouwd met Paul Heerkens. Toen haar ouders voortijdig gestorven waren, werd zij door haar tante opgenomen in het Schaerbroeckskens-huys, eveneens aan de Eyermert gelegen.

Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan Ruiten©