Tekst zoeken   -    Inhoud   -    namen index
 - Vorige - Volgende

Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan RuitenĀ©

pag.134  

Onder de klockenslagh van Neel Asenray en Leeuwen

Thijs Heerkens, een soldaat uit Roermond, had in 1716 zijn logement gekozen bij Peter Weerens aan de Eyermert. Op zijn kamer had hij niet alleen zijn timmergereedschap liggen, maar ontving hij ook geregeld damesbezoek, totdat de inboedel door naburen vernield werd. Hij overhandigde de schepenbank een lijst van zijn handwerkspullen.
Thijs was een broer van Paulus den paep, terwijl Weerens toen in het halve huis naast Barbara Aelen woonde.
Of hiermee een link gelegd kan worden naar de werkplaats van Joes Crompvoets? Zijn zoon Paul (1750-1824) kocht in 1782 van de erven Bremmers een bouwvallig huis op de hoek van de dorpsstraat, met de moestuin aan de Schuttekleef, voor 55 pattacons. Hij had begrepen, dat het huis van zijn vader geen ruimte voor uitbreiding kon bieden. Hij begon hier een eigen werkplaats als rademaker en timmerman en maakte als zodanig o.a. ook doodkisten. Paul Crompvoets was omstreeks 1785 getrouwd met Gertruy (1752-1820), halfersdochter van Hubert Emets en Cornelia Beurskens uit Asselt. Het echtpaar kreeg vijf kinderen. Hubert Crompvoets (1793 -1871) nam de werkplaats later over van zijn vader. Andries Crompvoets (1740-1802) bleef aan de Eyermert wonen. Ook hij verdiende de kost als rademaker. Zijn broers Gelis (1748-1836) en Joseph (1755-1837) hielpen hem daarbij, terwijl Anna Crompvoets de huishouding deed. Later woonde hier Joannes Crompvoets (1787-1852), schrijnwerker, getrouwd met Joanna Lamers. Hij was een zoon van Paul.

Gereedschap van Matthijs Heerkens
uit zijn werkplaats, anno 1716.

5 hoole beitels;
5 breyde beitels;
1 steeckbeitel;
1 schroef;
1 banckhaeck met den camp;
1 handtbijl; 8 booren; 1 snijmes; 4 vijlen;
3 saegen;
1 raspe;
1 trecksage;
2 passers;

2 schaeven;
1 boorswengel;
3 cluyffbeytels;
3 ijsere hamers;
1 beughtanghe;
5 leysten;
1 rits;
1 niptang;
1 draybanck;
1 snoekenkop;

5. DEN SMID
Eind 17e eeuw bouwde Willem van Kessel in het dorp zijn huis met smidse. Sindsdien heeft in navolgende generaties hier in de dorpsstraat steeds een smid gewoond en gewerkt tot in onze tijd toe: drie eeuwen lang. Voorheen lag hier de boomgaard van Geert Baeckhovens. Dat was in 1639. Via Jan Smiets kwam de grond in 1663 in handen van Goerdt Cox, getrouwd met de weduwe Encken Hommen. In 1688 verkochten de erven Hommen de boomgaard aan Willem van Kessel en Barbara Nijsen.
Het echtpaar was in mei 1686 in Maasniel getrouwd. Willem was eind 1661 geboren als zoon van Tilman van Kessel. Barbara was een dochter van Maes Nijsen en Agnetis Hommen en zodoende een kleindochter van Willem en Encken Hommen. Zij stierf waarschijnlijk nog eind 1688 in het kraambed na de geboorte van zoon Maes in november van dat jaar.
Willem trouwde daaropvolgend met Mechel Hoets, dochter van Jacob naar wie de eerste zoon werd genoemd: Jacobus Tilmannus van Kessel (1690). Van de overige kinderen noemen we Berber (1696) en Matthijs van Kessel (1702).
Reeds in 1687 werd Willem van Kessel genoemd als dorpssmid en was er tevens sprake van een knecht ofwel smit-jonge. En in 1695 nogmaals: den hoeffsmit Willem van Kessel. Eind november hadden enkele jongelui 's nachts zijn noodstal tot op de straat gedragen en in stukken gesmeten. Toen hij naar de daders op zoek ging, trof Willem in de varkensstal van Peter Nelissen aan de overkant van de straat de zoon en de knecht van Sill Jansen aan.


Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan RuitenĀ©

pag.134  

Eerste  Vorige  129 130 131 132 133 134 135 136 137 138   Volgende  Laatste