Tekst zoeken   -    Inhoud   -    namen index
 - Vorige - Volgende

Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan Ruiten©

pag.149  

Onder de klockenslagh van Neel Asenray en Leeuwen

Geurt was een broer van Aeltyen Hansen, halferse op Nunhemshof. Methien Jassen hertrouwde in augustus 1695 met Jan Coenen, weduwnaar van Gertrudis Wijnen. Zij bleven hier wonen tot 1710. Met name in de gemeenterekening van 1697 werd Jan Koenen genoemd als halfman op Palandtshof. Hij werd opgevolgd door Thijs Willems.
Sindsdien moet Nunemshof ten prooi zijn gevallen aan weer en wind. In 1711 werd Thijs benoemd tot burgemeester van het kwartier Leeuwen. Dat bleef hij negen jaar.
Toen heeft hij de pacht op de Borgh ook beëindigd. De jaren gingen tellen. Zoon Jan nam de halfwinning over.

VIER HUIZEN

Willem, zoon van Thijs, had het (halve) huis met boomgaard aan de beekstraat van zijn moeder geërfd. In 1707 kocht Thijs Willems, widman, de boerderij van de erven Coenen te Leeuwen. Maar de overdracht ging niet door. Daarop kocht hij nog voor 1713 huize Slabbers aan het Luttelveld, dat hij toen met 100 gulden beleende.
Voorheen was hier de Gemuurde Hof gelegen. Van zijn zus Marie Willems erfde Thijs namens zijn kinderen haar huis op de Gaesheuvel. De vrouw had in Roermond een armenfonds gesticht, waarin behoeftige familieleden aan vreemdelingen zouden voorafgaan.
Anno 1723 stonden op naam van Thijs Willems drie huizen en nog 91/2 morgen akkerland. Vooreerst was dat het huis op de Gaesheuvel; samen met de akker daarachter een morgen groot. Het huis achter de Muur; samen met de hof 62 roeden. Het derde huis lag aan het Loyerveld: 51 roeden. De herkomst van dit huis is niet duidelijk. De tuin daarachter was afkomstig van Peter van Rour en zou in later jaren bij het huis gevoegd worden. Ongeveer de helft van het land bestond uit een akker op de Vliegen kamp achter de Borgh.
Marie Willems sleet haar levensavond als de weduwe van (Sill) Cuypers op de Gaesheuvel. De vrouw stierf zonder lijfserven na te laten. Terwijl haar huis overging op Borghs halfer, ging het akkerland deels naar de familie Cuypers. Herbergier Thijs Cuypers* was haar buurman. Deze familieband geeft tevens aan, waarom Thijs Willems in 1690 optrad als voogd over de minderjarige kinderen van wijlen Theuwis Cuypers.

In januari 1728 liet Thijs, oud van jaren, vastleggen hoe hij zich de erfdeling had voorgesteld. Zoon Willem had al het huis van zijn moeder gekregen. De overige huizen zouden dus op de drie na-kinderen overgaan: op Gelis, Agnes en Jan. Twee maanden later was Thijs gestorven.Willem maakte bezwaar tegen deze wilsbeschikking. Waarom zou hij geen deel hebben aan de nalatenschap van zijn tante? Feitelijk had hij zelfs recht op de helft van de nalatenschap, uitgezonderd hetgeen zijn vader als weduwnaar had verworven, zoals het huis achter de Muur. Om dure proceskosten te voorkomen, kwamen zij dan ook overeen om de goederen eerlijker te verdelen, zodat niemand tekort zou worden gedaan.
Uiteindelijk werd het volgende geregeld.
Willem kreeg het huis aan het Loyerveld.
Aan Jan en Agnes bleven de twee andere huizen in gemeenschap ende onverdeelt bezit. Jan had liever meteen de knoop willen doorhakken, maar Agnes kon geen keuze maken. Zijn haast was begrijpelijk.
Hij wilde namelijk op zijn erfdeel een lening afsluiten en daarvoor moest de kwestie definitief geregeld zijn. Omdat de kinderen Willems de financiële kant van de zaak onderling hebben geregeld, zijn hiervan geen papieren bewaard gebleven. Waarschijnlijk heeft Gelis zich door zijn broer en zus laten uitkopen. Hij had immers al een huis uit erfenis van zijn schoonouders.

JAN WILLEMS

Bij de meting van 1723 was Palandtshof (huis, hof en moestuin) 88 roeden groot.
Daarachter lag een deel van de Vliegenkamp, 31/2 morgen ofwel 510 roeden. Aan zware grond werden 181/2 morgen gemeten en nog 14 morgen lichte grond. Hiervan is ruim 5 morgen afkomstig van Nunhemshof. Hoewel het land op de Schom aan het Tegelarijeveld wel tot de boerderij werd gerekend, weten we niet of dat ook gold voor de 13 morgen akkerland op de Donderberg aan het Gebroek, eveneens op naam van mevrouw Cox. In 1718 werd achter de pachthof een nieuw bakhuis gemetseld.


Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan Ruiten©

pag.149  

Eerste  Vorige  144 145 146 147 148 149 150 151 152 153   Volgende  Laatste