De Brandewijer in 1786.
Geurt, de zoon van Thijs in de Broecheyn, had haar verleid met de belofte haar te zuIlen trouwen. Zij had daar als meid in huis gewoond en nu was ze moeder geworden.
Geurt had vaker tijdens het kaartspel met "grote woorden" gesproken over zijn vrijage. Dat wisten enkele gasten nog te getuigen. Nu wilde hij echter van niets meer weten. Naderhand trouwde Geurt met Gertruy Beurskens.
In 1690 nam Creyaerts een lening op bij zijn pachter van liefst 280 rijksdaalders, met huis, stalling, moestuin en een morgen land als onderpand.
Rond 1700 hertrouwde de weduwe Creyaerts met Maximiliaen Scherers. Zij woonden toen zelf op de Brandewijer aan de Broekhin.
Thijs Geurts was toen al gestorven. In februari 1695 werd hij nog aangeklaagd wegens mishandeling van een passant uit Swaemen. Hendrick Tilmans was met zijn knecht op weg naar de stad om daar een kar hout af te leveren. Bij de herberg van Geurts aan de Broekhin stopten ze om er een pot bier te drinken. Naderhand is er onenigheid ontstaan tussen Geurts en Nelis, de knecht van Tilmans.
|
Thijs Geurts, gewapend met een stok, achtervolgde de knecht richting Roermond. Zijn zoon en dochter erachteraan. Berber riep nog: "Slaet den schelm, dat hem den dieyvel hael." Maar gelukkig voor Nelis, werd hij door enkele lieden ontzet. Gewapend met een fusyck wisten zij Geurts tegen te houden.
Na het overlijden van haar man bouwde Gertrudt Aben in 1697 elders aan de Broekhin haar huis. Hier op het Heuvelke had zij al sedert jaren een schuur staan.
Om de bouw te kunnen bekostigen, moest de vrouw nu zelf een lening van 250 pattacons afsluiten. De oude schuldbrief gaf zij daarbij als onderpand.
Bij de belening waren ook haar kinderen Jan en Willem betrokken, mede uit naam van Geurt, die elders vertoefde, en dochter Barbara, getrouwd met Frans Pal ms. De "onnozele" Petrus Gerardus Spee stond onder de zorg van schepen Cruysancker te Roermond "om bekeert te worden".
Na twintig jaar verliet de weduwe Spee de Brandewijer. Van het nieuwe huis blijkt zij in 1700 nog geld schuldig te zijn aan Kruysberch, vanwege geleverd vensterglas. Voor 53 gulden en 17 stuiver had hij 17 vensterruiten geleverd en zeven wapens. Verder nog een deurvenster met een geverfde spanning.
Uit 1697 had de weduwe van de stoeldreier nog een rekening openstaan voor geleverd zout, suiker, boter, bloem, kruidnagels, rijst, peper, gember, azijn, honing, kaneel, witbrood en brandewijn. Dat kwam niet in elke keuken voor.
Ook haar nieuw huis stond open als herberg en logement. Toen de francoisen de stad in 1703 veroverden, hadden zij het huis van de weduwe Geurts in brand gestoken. Het duurde enige tijd voordat de vrouw met de herbouw kon beginnen.
Daarvoor moest zij opnieuw geld opnemen en tijdelijk een ander onderkomen zoeken.
De vijf kinderen kregen elk 100 gulden mee als huwelijksgift. Dochter Berber was in november 1695 getrouwd met Frans Pal ms. Waarschijnlijk heeft hij de akkerwinning van de Brandewijer nog enkele jaren voortgezet. In 1699 was Sibilla van der Kuylen nog op het doopfeest. Kort daarop is het gezin Pal man een tijdlang in de herberg van van Suchtelen gaan wonen. Tien jaar later keerde het gezin terug naar de Broekhin. |