Tekst zoeken   -    Inhoud   -    namen index
 - Vorige - Volgende

Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan RuitenĀ©

pag.226  

Onder de klockenslagh van Neel Asenray en Leeuwen

DE "HAOF" ONDER ASENRAY

KLOOSTERSHOF

"...desen bouwhoff oock al tzedert eenen immemorieelen tijdt in possessie geweest is van alleen met twee peerden te dienen in de naebuyrlijeke diensten, nietteghenstaende den selven ordinairlijek vier peerden tot den aekerbouw gebruyekt heeft... "

Een van de oudste boerderijen in het kerspel Nyell is ongetwijfeld Kloostershof. De Munsterabdij in Roermond kocht in 1266 van Rutger van Effelt en zijn vrouw Hadewig enige landerijen aan de beek, waarna zij aldaar binnen enkele jaren de hoeve liet timmeren. In 1272 kreeg de abdis het voor elkaar om haar boerderijen te Herten en Asenray vrij te stellen van de kleine tienden, dat was de jaarlijkse belasting op o.a.
zaden en jonge dieren. In 1283 werd dit recht nog eens bekrachtigd 1). Kloostershof werd dus omstreeks 1270 gesticht.
Steven van Elmpt en zijn vrouw Catharina schonken aan het Nicolaes-altaar van de Munsterabdij in 1338 de campus Trelenserens, tien bunder groot 2). In 1355 verleende Gadaert van Heinsberg, heer van Dalenbroek, aan de abdij het recht om op haar grond nabij de hoeve een molen te bouwen. Mocht de molen verloren gaan, door brand of ander onheil, dan kon men zondermeer een nieuwe timmeren. Voor dit molenrecht zou het klooster jaarlijks op Sint-Steffensdag aan de vrijheer twaalf kapoenen leveren 3). De molen is er ook gekomen, maar bijzonderheden hierover zijn niet te geven. Wel over de plek waar de molen heeft gestaan. Dat was halverwege de Donderberg aan de weg die van Mettiens valderen naar Kloostershof liep.

In 1681 was er nog sprake van grond aen de mueleplats, maar de molen zelf werd niet meer genoemd. (kaart 52) In de 1ge eeuw werd door anderen aan de overkant van de Donderbergweg een nieuwe windmolen gebouwd, verderop richting Maasniel.Voorlopig zijn dit de enige gegevens uit de beginjaren van Kloostershof. Volgens de belastinglijst van 1628 telde de boerderij toen zo'n 45 bunder akkerland. Daarbij moeten nog eens de hout- en broeklanden langs de beek gerekend worden. Ook had de abdij nog zeker 25 bunder op de Donderberg, die werden beakkerd door de boer op Muggenbroek. Volgens het bunderboek van 1682 was dat allemaal bij elkaar ruim 100 bunder akker-, weide-, broek- en bosgrond, allemaal naast elkaar gelegen op de Donderberg. Tweederde deel werd gezien als zware grond. (kaart 52) In die jaren heeft nog een ruil met de weduwe Bordels plaatsgevonden omtrent een akker nabij de Hertepaal ten gunste van de boerderij op Muggenbroek, toen in pacht bij Jeuck Reuten 4). De heide- en bosgrond over de beek werden waarschijnlijk pas in de 1ge eeuw bij Kloostershof gevoegd.
De gronden tussen de beek en de Terbaansweg bestonden eind 17 e eeuw grotendeels uit broekbos, deels uit weide, zoals het Peerdtsbroeck. We zien tevens dat deze grond in de loop van de tijd steeds weer een andere bestemming en indeling kreeg. In de 1ge eeuw was nog maar een smalle strook grasland langs de beek overgebleven. De overige grond langs de Terbaansweg was toen als akkerland in gebruik. Het regenwater loopt nog via uitgegraven sleuven in de beek. Vanaf de boerderij tot aan Verkensdijk is de grond nu weer als weide in gebruik. Ook in oude tijden was dit hooiland, voordat hier in de 18e eeuw het Cloostersbusken werd geplant. Dat gebeurde een eeuw eerder ook met de Hertepaal, ongeveer vijf bunder groot aan de Seute Bemden. In 1657 was er sprake van het nieuwe bos op de Paellinck, ofwel Hertoghen Paele geheten 5).


Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan RuitenĀ©

pag.226  

Eerste  Vorige  221 222 223 224 225 226 227 228 229 230   Volgende  Laatste