|
PACHT ANNO 1706.
- De pachter zal de hof in zijn voren, palen en rechten onderhouden en de landerijen behoorlijk mesten en beakkeren.
- Hij zal de gebouwen onderhouden in dichten dack, wanden, glaesen, vloer enz. Mochten huis of schuur afbranden door schuld van de pachter of de zijnen, dan moet hij op eigen kosten de boerderij nieuw opbouwen in de oorspronkelijke staat.
- Hij mag geen stro, schoven of mest verkopen of wegvoeren. Bij reparaties of herbouw zorgt de pachter voor kost en drank voor de arbeiders en het klooster voor het loon. Het bouwmateriaal zal dan door de pachter zelf aangevoerd worden.
- Jaarlijks met Sint-Remigius zal hij de pacht leveren, te weten: een kar wortelen, een kar reuben en zes pond bijenwas. Met pasen een goed, vet kalf of 2 rijksdaalders, en 100 eieren. Met pinksteren zes pond boter, kruiderijen ter waarde van acht rijksdaalders, en twee speenvarkens of 1 rijksdaalder.
- De abdij geniet de helft van de boomvruchten en van de moestuin.
- De pachter zal op eigen kosten de beek laten vegen. De beestenschat kwam geheel voor zijn rekening en de hof schat half, te weten de helft van 21 kapoenen, 13 hennen en 10 stuivers drupgeld.
- Hij is verder verplicht tot veertien spandiensten voor de abdij met paard en wagen.
- Van de beesten levert hij aan het klooster jaarlijks een 3-jarig rund of jong stiert je, vier van de beste oude varkens, zes keurhamels en drie lammeren met de wol; terwijl hij ook de halve lammertiende* betaalt.
- Hij zal zoveel paarden, koeien, runderen, kalveren, schapen, varkens, kremen en baggen achterlaten als er voorheen op de hof zijn geweest.
- Jaarlijks zal hij 50 peppelwilgen, heisters of fruitbomen planten. Hij moet ervoor waken dat het houtgewas niet door de beesten beschadigd wordt.
- Hij mag geen hout kappen, tenzij om te tuinen. Hij zal huis, schuur, heggen en graven in goede staat houden.
- Voor de schade aan de oogst, door hagel, ruiterij of misgewas, kan hij vergoed worden.
- Bij aanvang der halfwinning krijgt hij het deel der korenvruchten en van het voer, dat de vorige pachter voor de abdij heeft achtergelaten. Daartegenover zal hij voor het eerste jaar de pacht van Sint-Remigius in 't geheel leveren.
- Bij zijn vertrek zal hij het derde deel van de akkers voor de nieuwe pachter onbezaaid achterlaten.
- Als verzekering voor zijn verplichtingen moet de pachter twee borgen kunnen aanwijzen.
|
|