Tekst zoeken   -    Inhoud   -    namen index
 - Vorige - Volgende

Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan Ruiten©

pag.234  

Onder de klockenslagh van Neel Asenray en Leeuwen

Gerardt groeide op in het gezin van zijn stiefvader Jan Naus, ook nadat zijn moeder was overleden. Hij trouwde in mei 1698 met Gertrudis Verbeeck (uit Roermond?). Aanvankelijk ging hij wonen in het huis dat zijn stiefvader aan het Luttelveld te Leeuwen had laten timmeren.
In 1714 kocht het echtpaar van de familie Coenen 2/3 deel in huis, hof, boomgaard en anderhalve morgen akkerland voor 210 pattacons. In 1731 volgde het ander derde deel voor 53 pattacons. Volgens meting in 1723 werden huis en hof op een halve morgen berekend. Verder telde Gerard nog ruim zes morgen land, waaronder de Cattenbaendt aan de Maas. Het huis aan de Gaesheuvel ging naderhand over op hun zoon Peter (1704?1753). Hij trouwde in juni 1738 in de Kapel int Zand met Helena Lintgens. Peter stierf als pachter aan de Kapel. De weduwe Lintgens had voor de akkerwinning ruim vijf morgen op de Donderberg in pacht genomen van het klooster Maria Wee voor 27 vaten gerst en 50 busselen stro. Terwijl hun ene dochter, Maria Gertrudis (17411804), het wereldse leven de rug toekeerde en non werd bij de Clarissen, bleef haar zus Catharina (1746-1816) als kroeghoudster "In het Gouden Cruys" aan de Kapel wonen.

Naast huis, erf, schuur, stalling en moeshof had zij daar nog ruim 7 morgen land voor de akkerwinning. 1742-1766: Hoewel Gerardt tot aan zijn overlijden in 1746 op Kloostershof is blijven wonen, werd de halfwinning reeds eerder overgenomen door de oudste zoon Gradus Schrijvers (1700-1781). In elk geval nog voor 1742. Gradus was getrouwd met Sibilla Peters.
In deze pacht jaren werd de boerderij van de grond af nieuw opgebouwd, waarbij de boer vooral het benodigde materiaal aanbracht met paard en wagen. Ook voor nabuur- en uitlandse diensten werd geregeld een beroep gedaan op de pachter van Kloostershof. Naar vermogen dienden de peerdtslui hun paarden hiervoor ter beschikking te stellen. Het was evenwel meerdere keren gebeurd, dat de halfman zijn paarden moest missen in de zaai- of oogsttijd. In vroeger jaren was de pachter van Kloostershof niet méér verplicht geweest dan twee paarden voor de nabuurdiensten in te zetten. In 1763 werd verordend, dat alle de peerden, die d'inwoonders hebben ende die in den haem geweest, ofte gearbeyt hebben, op hunnen tour sullen dienen, soo in de buytenlandtsche als andere diensten.


Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan Ruiten©

pag.234  

Eerste  Vorige  229 230 231 232 233 234 235 236 237 238   Volgende  Laatste