Tekst zoeken   -    Inhoud   -    namen index
 - Vorige - Volgende

Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan Ruiten©

pag.276  

Onder de klockenslagh van Neel Asenray en Leeuwen

Dit stukje grond behoorde tot dien tot Hertevelts huis De Thooren. Omstreeks 1660 kocht het klooster van Adolff Knippinck ruim zeven morgen land [e] aan de Jagerstraat nabij de stenen brug. De burgerman uit Roermond had de grond in 1656 gekocht van Trine Pauwels, om een schuld van 1100 gulden te vereffenen. De paters lieten de grond direct ophogen en in cultuur brengen. Nog voordat de overdracht bezegeld kon worden, stierf de verkoper. Om toch van hun eigendom bezit te kunnen nemen, kwamen de jezuïeten met de voogden van Knippings kinderen tot een definitieve bezegeling van de overdracht. In het andere geval zouden de kinderen voor de gemaakte kosten moeten opdraaien en dat konden zij toch niet, omdat hun vader nog vele schulden had nagelaten.
In 1664 werd aan de jezuïeter Spick nog 5 morgen broekland toegevoegd [Q], dat voorheen door enkele inwoners uit het gemeen Maalbroek was aangekocht. Het zou niet de laatste uitbreiding van de bouwhof zijn. Ook de 7 morgen, die Alitgen Pauwelsen van haar grootouders op de Spick had geërfd [I-m-n], blijken naderhand op de paters te zijn overgegaan. Daarna kwam nog 3 morgen land, de Leem geheten [T], op naam van de jezuïeten 18).
Tegelijkertijd werd ander land weer verkocht. Nog voor 1682 werden 5 morgen in het Kerkeveld verkocht aan evenzovele boeren in het dorp. (Deze grond staat niet op de kaart ingetekend.) Zes morgen aan de Hertepael, in de vorm van een bijle metten stele [L], ging over op de vrijheer. De bedoeling is duidelijk. Het klooster probeerde het land zoveel mogelijk bij de hoeve te concentreren, waarbij verderop gelegen grond werd afgestoten.
Ook het grondgebruik op de jezuïeter Spick was tussen de aankoop in 1645 en de meting in 1682 duidelijk anders. Tussen de Caniel (kaanjel) en het Obersveld lagen voorheen 16 morgen oude weidegrond: de Waterbempt [G], 7 morgen akkerland: de Haverkamp [F], en nog 'n wei als bos [E]. Naderhand was dit uitsluitend bosgrond; ruim 10 bunders groot. (Een eeuw later nog de grote bos genoemd.) Tevens was het akkerland Op den Caniel [H] toen in gebruik als weidegrond, ook bijna 10 bunders groot.
Aan de overkant van de veeweg tegenover de boerderij lagen naast elkaar de verwilderde Teunusbongaert en de Teunuscamp [0]. Elk ongeveer 5 of 6 morgen groot en door heggen omgeven.

Ook om de Spelt- camp [N] en Cnopscamp [M] aldaar waren hagen geplant. In 1682 had de spelt (=ruwe tarwe) plaats gemaakt voor haver. Nog in 1766 de Haeverkamp geheten, maar niet dezelfde als hierboven genoemd. Verder lagen hier in 1645 enige driesgronden en een bos, naderhand als peertswey [P] gebruikt. Een halve eeuw later werd de helft van deze gronden door slaghout, dennen- en ander bos in beslag genomen, bij elkaar ruim 8 bunders groot. Voortaan zou de bosbouw op de Spick een belangrijke rol blijven spelen.
Naast de akker op het Obersveld [C] lag nog het Peerdtsbroeck [D], waarvan een derde deel afkomstig was van de Kleine Spick.

HENDRICK COX
Margaretha van der Heyden trouwde in oktober 1667 met Hendrick Cox (1638-1702). Hij stamde uit het kinderrijke gezin van Joannes Cox en Adriana Graes, alias Cats. Ook zijn moeder werd genoemd als eigenaresse van enige grond op de Spick, vervolgens op naam van Leonard Cox, wijnverkoper in de stad 19). Waarschijnlijk is deze grond overgegaan op de jezuïeten. Hendrick ging met zijn vrouw in Roermond wonen in de Brugstraat. Daar kreeg het echtpaar zes zoons en drie dochters. Van de jongens overleefde slechts een de kinderjaren.
Het beheer van de boerderij bleef in handen van Nicolaes van der Heyden. Maar het ging niet goed met de Klein-Spick. Om de steigende schuldenlast te kunnen betalen, moest steeds meer land verkocht worden. In het bunderboek van 1682 werden 42 morgen genoemd. Dat is nog maar 2/3 van de oorspronkelijke grootte. Ook daarna werden uit noodzaak nog enkele akkers verkocht.
Ook Hendrick Cox kwam uit een welgestelde familie. Zijn vader was brouwmeester in de stad. Uit erfenis van zijn ouders ontving Hendrick o.a. zeven pandbrieven ter waarde van ruim 3000 gulden. Daaronder bijv. een lening van 200 pattacons uit 1653 aan het kerspel Swalmen en 100 pattacons aan het dorp Posterholt. Twee leningen aan de gemeente van Sint- Odiliënberg.


Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan Ruiten©

pag.276  

Eerste  Vorige  271 272 273 274 275 276 277 278 279 280   Volgende  Laatste