Tekst zoeken   -    Inhoud   -    namen index
 - Vorige - Volgende

Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan RuitenĀ©

pag.297  

Onder de klockenslagh van Neel Asenray en Leeuwen

Al spoedig stemde zij wijselijk in met een minnelijke schikking. De reeds ingezaaide vruchten zouden door Joost nog worden gemaaid en in de schuur ingevaren en ter halfscheid gedorsen. Ook kwam hem de eerste klaver in de voorzomer van 1710 nog toe. Met pasen, wanneer de pachter de boerderij zou verlaten, werden de koeien, varkens en schapen tussen beide partijen half gedeeld. Tot Sint-Pieter zou Joost nog doorgaan met bemesten en verbouwen der akkers 12).

MERLIJN

Encken Thijssen, de weduwe van Hendrick Clercks, hertrouwde in november 1681 met Dirrick van Bonn. Het echtpaar ging toen op te Swalms wonen nabij de Mouthagen. Daar lag een boerderij van dhr. Anselmus d'Everardt, in de Meut geheten.
Huis, hof en land waren sinds jaar en dag belast met een erfcijns aan de schutten van Maasniel. Daarmee betaalden zij de processie over de Terbaansweg ter ere van hun schutspatroon. Het echtpaar zou al zijn goederen aan Joost nalaten.
Deze was in maart 1695 getrouwd met Maria Merlijn, dochter van Jacob Merlinx en Judoca Aelmans. De vrouw had samen met haar zus Anna Meerlingh uit erfenis in de Veldstraat in Roermond een huis tegenover het seminarie. Terwijl Joost als daghuurder werkte, verdienden de gezusters Merlingh nog wat bij met wassen, schuyren (=poetsen) en spinnen. Bij een brand in de Veldstraat ging ook het huis van de familie Merlijn in vlammen op. Om aan geld te komen ging Anna met bidden langs de huysen. In de stad werden de dochters Hendrina (1696) en Judith Clercx (1698) geboren. Bij de doop van de tweeling Joes en Catharina in juni 1701 woonde het gezin in Asenray. Uit erfenis had Joost een (half) huis en vier morgen land in Asenray verworven. In augustus 1708 verkocht hij het huis (tot op het derde gebont) en nog een morgen aan het Valderen aan Jacob Claessen voor 522 gulden. Het geld werd gebruikt tot opbouw van het huis in de Veldstraat.
Het nieuwe huis was aanvankelijk nog te vochtig om er te gaan wonen en werd toen voor korte tijd aan een wever verhuurd.

Maria Merlijn stierf in februari 1709, aldus een uittreksel uit het kerkregister. Kort daarop hertrouwde Joost Clercx met Catharina Douffes uit Asenray en ging met haar in Herkenbosch wonen. Daar stierf hij in 1727.
Uit een proces, dat zijn dochters Hendrina en Catharina in 1729 voerden over het huis in de Veld straat, kwam ook naar voren, dat Joost altijd ondertekende met een riek.
Een schuldbekentenis, waaronder hij een kruisje zou hebben gezet, werd dan ook niet echt bevonden. Ook Lennard Janssen, die bij Clerx in Herkenbosch had gewoond, wist te vertellen dat het huis in de Veldstraat vooral op kosten van Joost was opgebouwd. Wanneer Anna Merloe in Herkenbosch op bezoek kwam en hierop werd aangesproken, maakte de vrouw zich ijlings uit de voeten. Dan had ze opeens haast om tijdig thuis te komen. Joost, die bekend stond als een goedaardig persoon, had er tijdens zijn leven nooit echt werk van gemaakt om deze kwestie op te lossen 13).
Henrica Klercks was in september 1717 in Herkenbosch getrouwd met Peter Schmitz. Waarschijnlijk zijn zij elders gaan wonen.

DE HALFSCHEID

In het proces tussen de weduwe Closs en Joost Clerx kwam ook de pachtovereenkomst op tafel. De pachter zou elk jaar een vet kalf en een lam leveren en 300 schoven. Ook was hij tot tien (heren)diensten verplicht voor de weduwe. Elk jaar diende hij de leigraaf te vegen en te onderhouden.
Voor de schapen zou hij een kar erwten uit het veld halen en de dieren in het bos of elders laten weiden. De weduwe betaalde het loon aan de dekkers en de scheerders en de halfer leverde de kost en het bier. Bij inkwartiering van soldaten kreeg de pachter hulp van de weduwe; terwijl hij de jaarlijkse erfpacht aan hoenders en kapoenen leverde en de helft van de tienden. Daartegenover stond, dat hij het stro geheel kon genieten en zoveel hout kreeg als nodig was voor de bakoven. De boerderij moest hij naar behoren onderhouden en bij tijd en wijle de leem uit het murenlandt graven.


Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan RuitenĀ©

pag.297  

Eerste  Vorige  292 293 294 295 296 297 298 299 300 301   Volgende  Laatste