PETRONELLA GERAERDTS
Peter Gerets trouwde tegen 1710 met zijn buurmeisje Geutery Thijssen*. Maar op 25 augustus van dat jaar kwam hij op gruwelijke wijze aan zijn einde. Waarschijnlijk werd zijn dochter eerst na zijn dood geboren en naar haar overleden vader Petronelia gedoopt. Enkele jaren later hertrouwde Geutery met Thijs Moors.
PetronelIa trouwde in september 1733 met Daniël, zoon van wijlen schoolmeester Claessens. Het echtpaar woonde aan het broekske in het dorp, nu de Wilhelminalaan. Sedert Peter Claessen de boerderij in 1712 hertimmerd had, stond het huis tevens open als herberg. Reeds drie maanden na het overlijden van Daniël hertrouwde PetronelIa in juni 1748 met Jan van Daell, weduwnaar. Beiden hadden reeds kinderen uit hun eerste huwelijk, nu werden nog geboren: Jan (1749-1826), Daniël (1751) en Hendrick van Dael (1752-1836).
Petronella had uit erfenis twee huizen op haar naam staan, beide aan het broekske tegenover elkaar aan weerszijden van de beek. Het ene huis was afkomstig van haar moeder en het ander huis van wijlen haar eerste man. De twee huizen gingen naderhand over op haar twee voor-kinderen uit eerste huwelijk.
Jan van Dael had zijn huis aan het Schuttecampken* met nog enkele morgen grond voor liefst 560 pattacons weten te verkopen. Hoewel het geld grotendeels aan de kinderen van zijn eerste vrouw Maria Claessens toekwam, gebruikte hij het kapitaal om daarmee zijn aandeel in de Mouthagen te betalen. In 1762 had zoon Albert al zijn aandeel van 100 pattacons gekregen. Zijn broer en zus moesten nog even wachten. Petronelia beleende daarmee haar goederen op de Mouthagen, zodat Jacob en Agnes van Daell van hun erfdeel verzekerd konden zijn 20). Albert ging als halfman in Asselt boeren.
Na de verdeling van de bouwhof woonde Peter Claessen, zoon van Daniël en van Petronella Geraedts, op de Mouthagen. Hij trouwde in mei 1759 met Elisabeth Slabbers, herbergiersdochter uit Asenray. Omstreeks 1770 verhuisde het gezin naar Heystershof*. In de jaren daarop werden meerdere gronden van de Mouthagen gebroken tot akkerland.
|
De weduwe van Dael liet de boomgaard en een deel van de moeshof omploegen. Hetzelfde gebeurde met het bos en de dries ernaast tot aan het Mouthagerveld. Ook een deel van de Puttelingen werd gebroken, zodat er tesamen 13 morgen akkerland bijkwam.
ERVEN VAN DAEL
Jois van Daell trouwde in 1776 met Mechteld Willems en ging toen wonen op de Mouthagen. In 1784 beleenden zij voor 75 Franse kronen de helft van 13 morgen akkerland, 6 morgen bos, 6 morgen broekland en een gebroken bos (nu akkerland), alles gelegen op de Mouthagen. Mechteld (1754-1829) was in de dorpsstraat in Maasniel geboren als dochter van Albert Wulms en Aldegonda Hawinckels.
Het echtpaar kreeg twee zoons. Gerard (1788-1858), trouwde in 1814 met de pachtersdochter Ida Nijssen. Zij verhuisden naar de Broekhin. Daniël (1785-1847), die in 1810 trouwde met Jacomina Rijcken uit Melick, bleef op de Mouthagen wonen.
De helft van huis, plaats en tuin stond op zijn naam, samen met enkele akkers. Het huis draagt nog sporen van de oude boerderij.
Een aprilstorm blies in 1830 de hele schuur en stalling omver. De muurresten die nog overeind gebleven waren, moesten evenwel ook afgebroken worden: zij waren nochtans door de val geheel geruïneerd.
De schade werd geraamd op 300 gulden.
Oom Hendrik, die enkele huizen verderop woonde, was er slechter aan toe. Door de storm was de hele boerderij tegen de grond geslagen en de nog staande muren waren geheel bedorven. Herbouw zou zeker op 500 gulden komen. Een heel bedrag voor die tijd 21).
Voorheen hadden ook de erfgenamen van Jan van Daell en Petronelia Geraedts al een deel van de Mouthagen verkocht. De andere helft van huis en hof (=straatkant) was met enig akkerland overgegaan op J.B. Cloquet, apotheker te Roermond en eigenaar van Lintjenshof. Daniël van Dael kocht in 1845 ook dit deel van de Mouthagen, zodat de boerderij in haar geheel op zijn naam stond 21).
De drie zoons gingen pas in 1859 over tot een verdeling hiervan. |