Tekst zoeken   -    Inhoud   -    namen index
 - Vorige - Volgende

Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan Ruiten©

pag.304  

Onder de klockenslagh van Neel Asenray en Leeuwen

VAN BROUWERS EN TAPPERS

Anno 1637 klaagde de magistraat van Roermond, dat in de laatste vijf jaar in de dorpen Maasniel, Merum en Ool vanwege de lage bieraccijnzen steeds meer brouwerijen waren opgericht waarin bier gebrouwen en vertapt werd en wel tegen een lagere prijs dan in de stad. Voorheen telden de vrijlanden van Dalenbroek ten hoogste twee brouwhuizen en in 1637 waren er dat reeds elf. Tot groot nadeel immers van de brouwers binnen de stad. Vooral ook omdat vele burgers naar de dorpsherbergen trokken en zeker niet alleen op kermisdagen. De werkelijke reden was echter ook de slechte kwaliteit van het stadsbier waarover reeds in 1617 werd geklaagd. De burgers gingen daarom liever naar de dorpsherbergen buiten de stad, zoals aan de Broekhin, in Leeuwen en het Gebroek. En dat is lang zo gebleven, vooral in de zomermaanden.

BIER
Uit die tijd is alleen het brouwhuis van schepen Wilhelm Thomass met name bekend, het zogenaamde Leyenhuys aan de steenweg. Alle overige vermeldingen stammen uit later jaren.

In het brouwhuis stond het brouwgetouwe opgesteld, bestaande uit de brouwketel, de kuipen, boeien, trechters, vloten, ekkers, hopkisten enz. Er werden in Maasniel meerdere soorten bier gebrouwen, zoals klein bier, middel bier, wit bier, goed bier en half om half bier. In het reeckenboeck van schepen Jan Schrijvers kunnen we lezen, dat hij behalve zijn eigen bier, zoals mout-bier en bruin bier, ook Luycker bier tapte. In zijn brouwhuis stond de brouwketel met de boyen, enkele kuipen, twee vloten en twee houten trechters. In de kelder stonden twee stellingen met biertonnen en vier biervlotiens, nog een koperen bierkraan, maar ook enkele wijnvaten. In huis zien we verder de nodige kannen en kruiken, twee koperen brouweeckers, een doorslag, twee bruynwaeterskannen en een ton met hop.
Ook bij zoon Hendrick stonden de nodige spullen aangaande de biertap, zoals een grote kuip vol gerst om te milten. Op de zolder stond de esde: een droogoven voor het mout.
Brouwer Areth Aelen kocht het gerst en de hop voor het bier bij Postwijck in de stad. In Maasniel zelf werd ook hop geteeld, zoals op de Jezuïeter-Spick. In de beekstraat lag de hoppenhof van de erven Claessens en ook de pastoor had een hoptuin naast zijn huis.

HERBERGEN
Aan de markt lag de herberg "In Sint- Laurens" van Wilhelm Hommen met schuur, stalling en brouwhuis, waar het schuttenbier gebrouwen werd. Daar lag ook de herberg van Thijs van Suchtelen. Naast de kerkhofmuur op het OudtRoeckhuys-goed bouwde Paulus Thomassen in het late midden van de 17e eeuw zijn huis met herberg en brouwerij. Ook ten huize van de familie Bremmers naast de kerk werd uit het vaatje getapt. Thijs Aelmans over de beek, in de Moeshoven, brouwde eveneens zijn eigen bier.


Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan Ruiten©

pag.304  

Eerste  Vorige  299 300 301 302 303 304 305 306 307 308   Volgende  Laatste