Tekst zoeken   -    Inhoud   -    namen index
 - Vorige - Volgende

Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan Ruiten©

pag.316  

Onder de klockenslagh van Neel Asenray en Leeuwen

Mijnheerkenshof.

Toen de weduwe er geen haast mee maakte, riep Droussen de bemiddeling van de schepenbank in. Al gauw heeft hij toen een ander huis betrokken. Twee jaar later lag de weduwe Aelen alweer in de clinch met de nieuwe huurders. Dit keer vanwege een dubbel huurcontract. Verder had men geconstateerd dat de greppel rondom de moestuin te ver was uitgegraven; deze diende binnen vierentwintig uur gedempt te worden.

HENDRICK THOMASSEN
Anno 1697 gingen Hendrick Thomassen en Aeghtyen Aelen er wonen. In dat jaar kochten ze bij Heyligher van den Ertweegh te Heythuysen een brouwketel voor 25 pattacons, die werd opgesteld in hun woning aan het Speebeekje. Hoewel Hendrick (1665-1703) ondernemend genoeg was, waren al zijn pogingen om tot enige welvaart te komen bij voorbaat gedoemd te mislukken.

Steeds weer moest zijn schoonmoeder hem in zijn financiële beslommeringen ondersteunen. Ook zijn broer, koster Frans, was niet te beroerd hem te helpen. De schuldenlast echter, die Hendrick zijn dochters na zijn overlijden achterliet, was zo groot dat al de goederen, die de kinderen van hun grootouders erfden, te weten: hun aandeel in drie huizen en enig akkerland, voor en na verkocht moesten worden.
Toen hij nog in het dorp woonde, had Hendrick een paar keer de zgn. herentienden in pacht genomen van de vrijheer van Dalenbroek. Van de tiendenpacht van het Tegelarijeveld bleef hij o.a. 12 rijksdaalders schuldig (in die tijd het knechtenloon voor een jaar lang werken!) en 17 malder gerst. Later, toen hij aan het Speebeekje woonde, bleef hij van de tiendenpacht van het Leeuwerveld nog eens 7 malder aan rogge schuldig en liefst 53 rijksdaalders aan geld.


Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan Ruiten©

pag.316  

Eerste  Vorige  311 312 313 314 315 316 317 318 319 320   Volgende  Laatste