HERBERG "DE VALCK"
- en de voormalige Kapittelhof -
In 1716 verkocht het kapittel van de H.Geest te Roermond bij monde van zijn rentmeester Johan Hendrick Lambot de bouwhof te Leeuwen, bestaande uit huis, schuur, stallingen en moestuin, voor 300 pattacons aan Albert Naus en Mechteld Fijten. De boerderij bevond zich toen in vervallen toestand en men vond het beter om de landerijen voortaan afzonderlijk te verpachten. Het geld zou dan gebruikt worden voor de herbouw en het onderhoud van nieuwe stallen en muren van de boerderijen op Graet en Schaerbroeck onder Swalmen. Voor deze verkoop had het kapittel toestemming van de bisschop van Roermond gekregen en van keizer Karel van Spanje. Deze was reeds in 1700 gestorven.
OORLOG
Vanwege de troebelen, waarbij vreemde legers deze streken bevolkten, en de moeilijke omstandigheden waarin het bisdom Roermond toen terecht kwam, is de verkoop jarenlang uitgesteld. Men heeft het einde van de Spaanse successieoorlog (1701-1714) moeten afwachten. De overdracht geschiedde, aldus het kapittel, voor een vriendenprijs, omdat de voorouders van Albert sinds jaar en dag de boerderij hebben bewoond en het kapittel geregeld van dienst zijn geweest. Het klooster behield de jaarlijkse cijnzen van kapoenen en hoenderen voor eigen rekening. Albert Naus was in oktober 1706 te Sint- Odiliënberg getrouwd met Mechteld Viten, in 1687 geboren als dochter van schepen Vitus Viten (=Fijt Fijten) en diens vrouw Gertrudis. Het echtpaar Naus woonde naderhand aan de overkant van de beek aan het Luttelveld, waar het een herberg voerde. Aan ons de taak om de voorouders van Albert Naus op te sporen en tevens hun relatie met de Kapittelhof. |
KAPITTEL
De regulieren in Roermond, als voorlopers van het kapittel, hadden de boerderij in Leeuwen in 1469 verworven van de erfgenamen van Goedert van Oederaid uit Vlo- drop. Bij deze overdracht behoorde ook al het land onder het kerspel Niel gelegen, dat bij deze hof behoorde. Huis en hof waren belast met 10 paar hoenders, 12 schellingen en 4 deniers. In de 18e eeuw werd nog vermeld dat het kapittel van haar hof te Leeuwen jaarlijks een cijns van 4 malder rogge en 4 schellingen aan de kapelanie betaalde.
Bij de oprichting van het bisdom Roermond in 1569 werd bepaald, dat de goederen van de kapittelheren tot onderhoud van de bisschop zouden dienen. Het klooster werd tevens zijn woonstee. Volgens de belastinglijst uit 1628 behoorden tot de zogenaamde Capitulaer-hoff 25 bunder akkerland, terwijl het kapittel ook nog enige gronden in het Tegelarijeveld had liggen. Hiervan behoorden aanvankelijk vier bunder tot de hof in Leeuwen, maar zijn naderhand aan de boerderij op Schaerbroeck toegevoegd, evenals het ander land dat het kapittel hier verworven had. Deze grond was keurmedig aan de vrijheer.
De pachthof aan de leigraaf hadden de regulieren in 1461 verworven van Willem Kellener en viel onder de laatbank Asselt. De boerderij werd vaker in halfwinning gegeven aan boeren uit Maasniel.
GERRIT SCHRIJVERS
In 1666 werd onder de herbergbezoekers ten huize van Maes Hansen te Leeuwen genoemd "Gerrit Schrijvers op Capittelhof". Deze vermelding gaf aan in welke richting gezocht moest worden. Gerrit was toen weduwnaar van Henrica Lamers. |