Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan Ruiten©

Het echtpaar kreeg tussen 1654 en 1662 vijf kinderen. De drie dochters werden in Roermond gedoopt en de twee zoons in de parochiekerk van Maasniel. (Het is niet de enige keer, dat kinderen van buiten de stad in Roermond werden gedoopt.)
In 1633 werd onder de tienmannen van Maasniel genoemd Willem Cuypers, kapittels halfman, en daarna nog een keer. In 1659 werd alweer genoemd zekere Maes, gewezen halfman op Kapittelhof te Leeuwen.
Gerrit Schrijvers en Hendricksken Lambrechts hadden ongeveer veertien morgen akker en beemd onder Leeuwen in eigendom. Hiervan werd in 1655 ruim een bunder verkocht aan de paters jezuïeten voor 450 gulden. De rest werd naderhand tussen de voor- en nakinderen van Gerrit Schrijvers gedeeld. Aan de oude Maas hadden zij een kwart van de Leendergriend. Toen was dat deel ruim een bunder groot en groeide uit tot bijna vier morgen

in 1723. Van de Cattenbaendt werd een halve morgen door het water afgedreven. Bernardyn Schrijvers (1658-1750) was sinds lang in de stad gaan wonen, waar zij op zeer bejaarde leeftijd stierf. Haar erfgoederen (13 morgen land en griend te Leeuwen) schonk zij in 1742 aan haar neef, die broeder was bij de kruisheren. Alleen Marie werd nog met haar zuster in 1689 genoemd met een wijnrekening aan hun oom, schepen Jan Schrijvers aan de Broekhin. De andere drie stierven op jeugdige leeftijd.

CATHARINA MINCKENBERGH
In juli 1668 hertrouwde de halfman op Kapittelhof met de hoogzwangere Catharina Minckenbergh. De eerstgeborene stierf spoedig daarop. Naderhand volgden Ruth (1670) en Gerardt Schrijvers (1671). In die jaren werd de pachter tevens genoemd als schepen in het gericht van Maasniel:

Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan Ruiten©