Jehenne Coenen had o.a. twee morgen akkerland, gelegen onder Herkenbosch, mee in het huwelijk gebracht. In 1688 had het echtpaar een akker aan de twee Vaerens (=valderen) te Leeuwen verworven van jonker Wassenberg in ruil voor drie morgen in de Melicker Ohe.
In 1690 kochten zij een akker in het Luttel- veld aan de straat, ongeveer 3/4 morgen groot, van de erfgenamen van wijlen burgemeester Stijns van Roermond voor 65 rijksdaalders. Daar bouwden zij in die jaren een huis met schuur en stalling en met daarachter de moestuin. Tot 1698 woonde hier Simon Judas Wijnens van Kessel met vrouw en kinderen. In november 1681 was hij in de kerk van Maasniel getrouwd met Maria Naus. Het gezin verhuisde naar Asselt. Daarna nam Gerardt Schrijvers hier zijn intrek tot pasen 1712.
In 1699 klaagde schepen Naus, dat hij na het overlijden van zijn vrouw in grote nood was geraakt. De veldvruchten waren door een hevige hagelstorm platgeslagen, terwijl zijn paarden aan een ernstige ziekte waren gestorven. Derhalve vroeg hij het gericht om zijn goederen te mogen belenen. Deze toestemming was nodig nu zijn kinderen halfwees waren geworden. Met goeddunken van het gericht nam hij daarop bij Geurt Coolen uit Roermond een lening op van vijftig rijksdaalders.
ZILVEREN BEKER
In oktober 1704 stierf Jan Naus na een langdurige ziekte. Omdat hij drie minderjarige kinderen achterliet, werden zijn goederen geïnventariseerd. Huis en akkerland werden beschreven. De lijst van roerend goed geeft enig inzicht in de welstand van de boer op Kapittelhof. Buiten een grote veestapel liet hij meerder akkergerei achter: drie karren, een wagen, twee ploegen met toebehoor, een eg, paardetuig, enkele voedertroggen enz.
Ook het huisraad in het voorhuis, de keuken en de kamers werd vermeld: koperen ketels en pannen, de tafels met stoelen en banken, kisten en kasten en bedden met toebehoor. Ook ten huize van Marten en Marie Wolters in de Steeg in Roermond stond nog veel opgeslagen: koperen en tinnen serviesgoed, kleren (o.a. twee
bruine just-au-corps en broeken), lakens en gordijnen en nog een bed. |
En dan was er nog het zilverwerk. Meerdere lepels met initialen en zilveren bekers, waaronder een grote beker met een randschrift op de voet: "S. CHRISTOPHORUS PATRONUS ECCLESIAE CATHADRALIS RURAEMUNDENSIS 1693".
ALBERT NAUS
De oudste zoon, Albert Naus, trouwde reeds op 20-jarige leeftijd met Mechtelt Fijten. Kort na zijn huwelijk en met behulp van zijn schoonvader kwam hij met de voogden van zijn broers het volgende overeen. Hij zou de hele huisinventaris overnemen evenals de akkervruchten, gewonnen van de Kapittelhof, waarvoor hij de pacht zou betalen en het loon aan de dienstboden. Tevens zou hij zijn broers eenmalig 200 pattacons betalen en beiden gedurende drie jaar in huis houden en de kost geven. Matthijs en Christopher zouden hun gewone werk op de boerderij voortzetten, terwijl de laatste de komende jaren nog tijdens de vier wintermaanden op de dorpsschool zou blijven leren. Het overige goed, zoals de bedden, bedsteden, tinnen schotels, het zilverwerk en alle wollen en linnen goed zou gelijkelijk onder hun drieën verdeeld worden.
In november 1710 kwam ook de ouderlijke woning aan het Luttelveld op naam van Albert Naus met overname van alle schulden, waartoe ook een lening van honderd pattacons bij Leonard Cox. Ook nu is de steun die hij kreeg van Fijt Fijten niet onbelangrijk geweest. Voor een goed begrip: eerst met 26 begon de meerderjarigheid. Gewoonlijk was dat ook voor velen de leeftijd om te trouwen.
Albert verliet de pachthof en ging aan de overkant van de straat wonen. In 1715 timmerde hij voor zijn woning een brouwhuis aan de beek op een stukje gemeentegrond
- eene verworpene plaetse waerop geen grass en wast ende den wegh geensints verhindert wordende -. Albert kreeg hiervoor toestemming mits hij het gebouw met pannen zou dekken en dus niet met stro, zoals toen nog gebruikelijk was. Een jaar later breidde hij de boerderij verder uit met een schapestal naast het huis van zijn
buurman Tijs Roosen. In het voorhuis had hij een herberg ingericht onder de gevleugelde naam "In den Valck". |