Tekst zoeken   -    Inhoud   -    namen index
 - Vorige - Volgende

Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan RuitenĀ©

pag.331  

Onder de klockenslagh van Neel Asenray en Leeuwen

VERPACHTING
In de zomer van 1718 kocht het echtpaar Naus van het kapittel de bouwhof in Leeuwen. De boerderij verkeerde toen in vervallen toestand. Men kan het kapittel verwijten, dat zij haar goederen verwaarloosd had en verzaakt de hoeve opnieuw te verpachten, maar het waren toen uiterst moeilijke jaren voor de bisschop van Roermond en teveel belangen stonden op het spel.
Albert Naus had voor de verpachting van de Kapittelhof een nieuwe huurder gevonden voor acht pattacons per jaar. Met pasen 1717 nam Paul Janssen zijn intrek op de boerderij. Tevens nam hij nog tien morgen akkerland in pacht, behorende tot de kapittel-gronden. Alles voorlopig voor de duur van zes jaar. De akkers werden uitbesteed voor een jaarlijkse pacht van 3 vaten rogge, 3 vaten gerst en 2 vaten boekweit, te leveren in schoon zuiver graan, waar geen koopman iets op aan te merken had. Albert beloofde van zijn kant, dat hij het huis spoedig naar behoren zou laten repareren en zolang zou hij niets rekenen voor het gebruik van de schuur. De pachter moest er voor waken dat het huis door vuur (of de lamp) zou afbranden. De angst voor brand was groot.
Moeilijkheden tussen Naus en zijn pachter werden voor het gerecht beslist. Paul Janssen moest nog 42 pattacons betalen aan achterstallige pacht en aan proceskosten. Hiermee werd de pacht niet opgezegd. Tot 1729 heeft Paul Janssen op de Kapittelhof gewoond. Hij was getrouwd met Aldegonda Nijssen, halfersdochter van Nijss Nijsen op Steynenhof. Nog in 1735 en 1739 werden hun kinderen Maria en Willem geboren. Sedert 1730 ongeveer woonde zijn broer Fridus Janssen als pachter op de Kapittelhof. Hij was toen getrouwd met Hendrina Ubbels.

MECHTELT FEYTEN
Nog voor 1720 kwam Albert Naus te overlijden. Mechtelt was toen alweer hertrouwd met Simon van Lier.

Albert liet drie dochters na: Joanna Agnes en Gertruydt Naus. Fijt Fijten, oud van jaren, trok bij zijn dochter in huis. Haar broer Linnerd Feyten (1691-1780) trouwde omstreeks 1720 met Agnes Willems (1688-1745), Borghs dochter, en boerde aanvankelijk op het Schaerbroeck. Naderhand verhuisde het gezin Feyten naar de Brandewijer aan de Broekhin.
Mechtelt Feyten beviel in januari 1732 van een zoon. De geboorte werd in een proces vermeld. In De Valck vierde men de vastenavond. Daar waren vanaf de middag ook vijf soldaten mee in het gelag gekomen met enkele vrouwliedens uit de stad. Toen het gezelschap 's avonds omtrent het sluiten van de poort wilde opstappen, is er onenigheid ontstaan over de afrekening. Enkele knechten uit Leeuwen getuigden later, dat er helemaal geen ruzie was geweest, maar -zoals Gertruydt Naus in schoon handschrift verklaarde- dat de keizerlijke soldaat nogal beschonken was geweest, van de brug was gevallen en daarbij zijn hoofd had gestoten. Simon van Lier had van het voorval niets meegekregen, daar zijn vrouw die avond in de kinderbedde was gekomen en hijzelf op en af is moeten gaan om het nodige te bezorgen. Het kind werd Jan gedoopt (1732-1760). Die van Leeuwen werden door het gerecht in het ongelijk gesteld, wat hen op een fikse boete kwam te staan.
Op De Valck werden in die jaren nog schapen gehouden. De vermelding van meerdere scheerders anno 1738 doet vermoeden, dat de kudde nog steeds de grootte had, zoals een halve eeuw eerder reeds genoemd werd op de Kapittelhof. Op de schapestal stond een jaarlijkse cijns van twee duiten aan de vrijheer. (Bij de bouw in 1716 kwam de stal deels op gemeentegrond te staan.) Jan Engelen, die een paar huizen verderop ook een herberg dreef, klaagde (in 1745) erover dat het water uit de schapestal en uit de stoockerie (=brouwhuis) de weg bedierf. Daarop gelastte de overheid, dat de weduwe van Lier op eigen kosten een calle (=rioolbuis) diende aan te brengen waardoor het water kon weglopen. In februari 1739 maakte Fijt Fijten, ziek te bed liggende, zijn testament.


Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan RuitenĀ©

pag.331  

Eerste  Vorige  326 327 328 329 330 331 332 333 334 335   Volgende  Laatste