Tekst zoeken   -    Inhoud   -    namen index
 - Vorige - Volgende

Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan Ruiten©

pag.342  

Onder de klockenslagh van Neel Asenray en Leeuwen

Tussen de papieren, die na het overlijden van de schepen werden gevonden, bevond zich niet alleen zijn schuldboek, maar ook een erffscheydinghe ende deylinghe onder de erfgenamen van wijlen Jan van Straelen en Marije Belten uit Heythuysen (waarschijnlijk de ouders van Maria Verstraelen), opgemaakt in april 1675. Het Register in folio, raeckende d'abdije van Daelheym, dat tussen de boeken was opgeborgen, werpt opnieuw vragen op. Welke betrekkingen zou schepen Schrijvers daarmee gehad hebben? Tevens was ook de coopcedule van een huysplaetze bewaard gebleven. Deze familiepapieren zijn naderhand verloren gegaan en van genoemd koopcontract is dag noch plaats bekend, maar we kunnen ons goed voorstellen, dat het hier ging om zijn boerderij aan de Broekhin langs de beek. Tevens had hij nog -volgens het bunderboek van 1682- ruim zeventien morgen akkerland, deels in Leeuwen, deels in het Tegelarijeveld. Vanwege zijn twee huwelijken waren er ook nog goederen onder Heythuysen en Cruchten te verdelen.
In het cijnsregister uit 1766 staat onder nummer 17 een duidelijke omschrijving van de boerderij, In den Wilden Man geheten, bestaande uit huis, hof, brouwhuis, schuur, stalling en moeshof; gelegen aan de stenen brug, tussen de beek en de weg naar Leeuwen en van voren uitschietende op de heerbaan. Het huis was door Cornelis van Besouwen gebouwd op voormalige gemeentegrond. Een proces uit 1665 toont aan, dat tot dien Catharina van den Vaterfort, de weduwe Coulant, het huis voor acht jaar had gehuurd. We mogen stellen dat van Besouwen de woning rond 1650 liet timmeren.

LUYCKER BIER
In 1704 kwam de boerderij voor onder de "nieuwe erven" -in tegenstelling tot de oudere cijnsgoederen- en hiervan moest jaarlijks een hoen aan de vrijheer geleverd worden. Naderhand was de cijns te betalen door Vetpots erfgenamen en het hoeft niemand te verwonderen, wanneer hiermee de kinderen van wijlen schepen Schrijvers werden bedoeld. Ook het cijnsregister van 1740 noemt het huis aan de Broekhin, geheten In den Wilden Man.

In 1670 werd Jan Schrijvers genoemd als herbergier en was hij tot dien momber (=voogd) geweest van de kinderen van wijlen dhr. van Besouwen. Behalve eigen bier tapte hij ook van het Luycker bier, dat natuurlijk duurder was. Verder werd in zijn reeckenboeck nog bruin bier en maltien (moutbier?) vermeld, wijn en brandewijn. Natuurlijk kon je er ook touback kopen. Wanneer de schepenen en de geërfden hier vergaderden, werd er bier uit Luik getapt. Ook werden er goede maaltijden opgediend.
Johan Schrijvers was schepen te Maasniel van 1680 tot zijn overlijden vijf jaar later. Tevens fungeerde hij enige tijd als schatheffer.
De kinderen Hendrick, Maria en Matthijs staan nergens in het doopregister vermeld, maar wel de zonen Jan (1669-1753) en Gerard (1676-1727).
In tweede huwelijk trouwde de schepen met Anna Gertrudis Streydthagen uit Cruchten. In de daaropvolgende jaren werden nog Agnes (1681-1744) en Jan- Hendrick (1683-ca.1700) geboren.
Jan Schrijvers stierf in mei 1685. Die laatste voorjaarsdagen heeft hij nog zitten lezen in "De Jerusalemsche reyse" van P.R. Gonsales, waarna hij zelf vertrok naar het "Eeuwige Jerusalem". Het boek was op de keukentafel blijven liggen.

SCHILDERIJEN
Zijn huis was rijkelijk gemeubileerd en aan de muren in de kamers hingen schilderijen en prenten. In het voorhuis stond een bank. Verder trof men daar enkele manden aan en enig tuingereedschap, zoals een tuynscheerer (heggeschaar).
In het stoeffken aan de straatzijde stonden vijf stoelen om een achtkantige tafel op voet, een bank en een kacheloeven. Aan de muur hingen drie portretten en vijff schilderijckens van verscheyde caerten. Zo ook in de achterste kamer: enkele prenten representerende de vijff sinnen, nog een batalie en een jachttafereel. Tegen een wand stond de bedstee vastgespijkerd, omhangen met groene gordijnen aan een ijzeren roede. Op het bed lagen een hoofdpeluw en kussens met custiecken overtrek, twee lakens en twee witte sargien (wollen dekens).


Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan Ruiten©

pag.342  

Eerste  Vorige  337 338 339 340 341 342 343 344 345 346   Volgende  Laatste