Ook alle verdere reparaties zouden uit de nalatenschap betaald worden.
In 1742 werd voor de reparatie aan huis en stal een half mud kalk en 100 tichelstenen .gebruikt. De varkensstal werd opnieuw betimmerd, er kwamen nieuwe dorpels onder de ramen en de pannen op de schop werden vervangen. Nog andere werkzaamheden werden in die jaren aan het huis verricht.
In 1745 kwam het klein Petertje te sterven. De hete soepketel stond naast het vuur op de grond_ Moeder Mechtelt stond in de keukendeur met een voorbijganger te kletsen. Te laat zag ze wat er achter haar rug gebeurde. Het kind hing met zijn armpjes in de hete soep. Hoewel de peuter meteen werd verzorgd, stierf hij nog diezelfde nacht. Toch meenden de ouders, dat het kind aan een kwalijke ziekte was gestorven, omdat de rug met blauwe vlekken was uitgeslagen.
JACOB NEELEN
Jacomijn werd sinds het overlijden van haar ouders opgevoed bij de zusters penitenten (in de Munsterstraat) te Roermond voor 96 gulden per jaar aan kostgeld. In april 1749 lieten haar mombers weten, het huis - "door militaire in brandt geraeckt" - weer nieuw op te bouwen. Daarvoor wilden zij 575 pattacon opnemen uit de goederen van wijlen Marie Hulskens. O.a. waren dat twee bunder akkerland te Buggenum, keurmedig aan de prins(bisschop) van Luyck.
Gerardt Schrijvers was toen alweer verhuisd naar zijn woning in Leeuwen, waar hij enkele jaren later stierf. Jacomina trouwde in juli 1750 met Jacob Neelen, zoon van Hendrick Neelen en Elisabeth Janssen uit Heden. Zes kinderen werden aan de Broekhin geboren. Jacobs broer Dirck trouwde in 1761 met Gertrudis Schrijvers uit Leeuwen en ging wonen op de Borgh*, die hij in eigendom verworven had.
Jacob en Jacobina namen toen van de erfgenamen Fabritius ruim 5 morgen akkerland op het Loyer- en Lutterveld in bruikleen tegen betaling van 400 rijksdaalders.