Tekst zoeken   -    Inhoud   -    namen index
 - Vorige - Volgende

Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan RuitenĀ©

pag.413  

Onder de klockenslagh van Neel Asenray en Leeuwen

IN SINT LAURENS

"...door een bedroeft ongeluck onlanghs affgebrandt huys, schuyre ende stallingen, voorts moeshoff en brouwhuys alhier tot Maesniel) gelegen..."
Een van de oudste kroegen in het dorp was ongetwijfeld de boerderij-herberg van Wilhelm Hommen. Hij was nog voor 1628 getrouwd met Encken Hansen. Dat jaar werd hij genoemd onder de erfgenamen van Areth Hansen aan het Cleen Broeck. Toen al had Willem enkele morgen akkerland, o.a. op de Donderberg. Aan de markt stond zijn huis met schuur, stal, moestuin en brouwhuis; sinds jaar en dag belast met een jaarlijkse cijns van een malder rogge en 19 stuivers aan de kerk van Maasniel. In 1633 werden in de herberg van Hommen de grote tienden van Maasniel verpacht. Zowat alle halfers uit de gemeente waren aanwezig.

ENCKEN HOMMEN
Het echtpaar had vier kinderen: Fijcken, Areth, Neesken en Coen. Het (akker)land was tot zo'n 10 morgen uitgebreid, waaronder ook een boomgaard in het dorp. De akkerwinning en de biertap hadden het echtpaar Hommen tot zekere welstand geholpen. Zo konden zij aan de gemeentekas zelfs een lening van 371 gulden verstrekken. Naderhand, toen de weduwe Hommen zelf geld nodig had, mogelijk vanwege hoge proceskosten, nam zij een lening op bij Hendrick van Tits. Deze schuld werd in 1681 vereffend met de verzegelde brief aan de gemeente. Na aftrek van o.a. de landschat had de vrouw nog 15 gulden tegoed.
Het overlijdensregister uit die tijd is verloren gegaan. Toch kon het overlijden van Wilhelm Hommen vrij nauwkeurig gedateerd worden. In het schuldenboek van de stoffenwinkel van de weduwe Grouwels uit Roermond staat namelijk het volgende geschreven.

In januari 1663 deed "Encken, Willem Hommen vrouw, woonachtigh tot Neel" enige inkopen in de zaak. En acht maanden later: "heeft haeren man (=Geret Cox) gehaelt voor sijn bruydegomse kleedt 81/4 elle fijn swart laecken". Tevens werden nog in rekening gebracht "21/2 elle swarten bay" en "51/2 veerdel fijn swart laecken". De weduwe Grouwels had in 1674 nog 121 gulden te vorderen van Encken Hommen. Uit het bovenstaande volgt dus, dat Wil- helm Hommen begin 1663 gestorven is en Encken nog datzelfde jaar hertrouwde. Het huwelijk staat niet in Maasniel ingeschreven.
Uit het tweede huwelijk met Gerardt Cox zijn geen kinderen geboren. In 1669 vertegenwoordigde Gerardt zijn vrouw in een rechtszaak voor de schepenbank tegen Jan Mertens, gewezen broedermeester van de Sint-Urbanusschutterij*. Het ging over achterstallige pacht van de Suylenkamp aan het Schroers-valderen. De akker was voorheen door de vrijheer in erfpacht uitgegeven aan Peter Lerops tegen twee malder rogge en haver, half om half. Verder moest hierover nog een cijns van een paar hoender geleverd worden. Maar ook de schutterij ontving jaarlijks een malder rogge uit dit cijnsgoed. Naderhand werd de akker aan de koster verkocht.
Encken Hommen, zo genoemd naar haar eerste ehebed, overleefde ook haar tweede man. Daarop nam zij zekere Jan Morel in dienst (getrouwd met Aencken Wullems) om de herberg te bestieren. Zelf hield ze enkele spullen voor eigen gebruik, zoals een bed met toebehoor, kleren en enige meubels op haar kamer.
Toen Encken Hansen in 1686 stierf, nam Jacob Nijssen, haar kleinzoon, intrek in de herberg. In oktober van dat jaar kwamen de kinderen bij elkaar om op vrientliker wijle de erfgoederen te verdelen. Omdat er naderhand toch onenigheid over de erfdeling ontstond, werden in september van het daaropvolgende jaar de loten opnieuw getrokken.


Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan RuitenĀ©

pag.413  

Eerste  Vorige  408 409 410 411 412 413 414 415 416 417   Volgende  Laatste