Margaretha had nog grond op de Spick geërfd, afkomstig van haar grootmoeder. Maes deed slechts op bescheiden schaal aan de akkerwinning. Huis, hof en akkerland samen waren niet meer dan een morgen groot. In de stal stond een koe. Van de acht kinderen stierven er vijf in de kleuterleeftijd. Zijn dochter Sibilla (1756-1815) trouwde in 1795 in Roermond met Jan Pieter Geelen en twaalf jaar later met Willem Kessels. Ook zoon Hendrick verhuisde naar de stad, waar hij in 1802 trouwde met Anna Maria Hendrickx. Alleen Gertrudis Thomassen (17621818) bleef in Leeuwen wonen met haar man Fridus Crompvoets. Hun huwelijk werd in 1799 vanwege de kerkelijke verwikkelingen van die tijd in Brüggen ingezegend. Opnieuw werd het huis via de dochter op een schoonzoon vererfd, zoals sinds enkele generaties voordien.
- Catharina Thomassen (ca.1722-1786), de enige dochter van Hendrick sr., trouwde in november 1753 met de zoon van Heystershof*, Hendrick Heynen. Het echtpaar bleef op de pachthof wonen tot ongeveer 1770. Hun vier kinderen werden in Melick gedoopt. Daarna verhuisde het gezin naar Claessenshof in de Straat". In 1753 kochten zij van schepen Matthijs Janssen het huis aan de Donkeren Hoek [f]. Verder verwierven zij nog vijf morgen akkerland. Ook het echtpaar Heynen verhuurde het huis, mogelijk aan Hendrick Stroecke.
- Wulm Thomassen (ca.1727-1793) trouwde in april 1759 met Catharina Thijssen (1726-2776) uit Swalmen en bleef op de boerderij [d] in Asenray wonen. Volgens de kaart uit 1766 stond hier een van de grotere huizen in het dorp. Twintig jaar later stonden ruim 6 morgen land op zijn naam, waaronder de helft van het kapelanieland. In de stal stonden twee koeien, terwijl Willem ook over een paard beschikte. Het echtpaar kreeg twee kinderen. Zoon Hendrick (1760-1808) trouwde op 24-jarige leeftijd met Maria Doné uit Herkenbosch. De vrouw stierf op jonge leeftijd en Hendrick hertrouwde nog datzelfde jaar in mei 1789 met zijn achternicht Margaretha Smeets (1760-1827). Uit dit tweede huwelijk werden nog zes kinderen geboren. Zijn zus Maria (1763-1824) trouwde in september 1798 (vanwege de kerkelijke perikelen
in die dagen) in Herkenbosch met Hendrick Stroucks (1764-1839), zo genoemd naar zijn grootvader. |
Zij erfden de ouderlijke woning [d].
- Jacob Thomassen (ca.1730-1773), jongste van vier kinderen, trouwde in april 1759 met Sibilla Paulissen (+1786) en ging verderop aan de Duyp wonen. Het echtpaar kreeg vijf dochters. Het huis [k] was afkomstig van Sibilla's ouders: Merten Paul- sen en Windel Gerardts. Het was maar een klein huis. In 1728 had het echtpaar Pau- lissen de helft van de woning voor 20 pattacons verkocht. Daarbij werd overeengekomen, dat de buren elkaar zouden helpen in het onderhoud, soo van tuynen, leymen ende wanden te moeten maecken. Later woonde hier schoenmaker Lenert van der Loo, getrouwd met Gertruydt Thomassen (1761-1829). Haar zus Cornelia (17701836) trouwde in 1799 met Syl Tellers. Zij bouwden aan de overkant van de weg hun huis (I) op gemeentegrond.
SLOT
In de overdrachtsprotocollen van Maasniel uit de 18e eeuw komt Asenray er bekaaid vanaf. Vooral na 1740 is er weinig te melden over de verkoop van huis en hof. Voor de onderzoeker een gemis aan noodzakelijke gegevens. Oorzaak van dit alles is, dat de woning door een zoon of dochter werd overgenomen en dat zelfs enkele generaties achter elkaar. Mensen van elders vestigden zich hier hoofdzakelijk door in te trouwen.
Volgens de kadastrale leggers was Gerard Thomassen (rond 1840) de enige huiseigenaar in Asenray die nog de familienaam van Fedderhenske droeg. De naam werd tevens via Anton (ca.1730-1762) in Swalmen en elders voortgezet, terwijl Hendrick Thomassen, zoon van Maes, in Roermond was gaan wonen.
En dan nog. Vanaf het Maaltjensveld tot aan de toldijk was zowat elk gezinshoofd, of diens vrouw (en soms zelfs beiden) een nazaat van Thunnis Thomassen en Geert- yen Sijben. (kaart 99) Als zodanig zijn zij opgenomen in de stamboom van Fedderhenske, rond 1700 herbergier aan de Duyp. |