CLAES SILLEN
De derde zoon van Syll ant Rossfalderen, Claes Sillen, alias Littens, moet omstreeks 1630 geboren zijn. In 1664 trad hij op als voogd van de kinderen van zijn overleden broer Linnerd. Claes Littens was begin 1654 -of kort daarvoor- getrouwd met Gertrudis Schapers. Alleen de zoons Dirck, Stoffer en Sill hebben we op hun levenspad kunnen volgen.
Claes Sillen werd in de beestenschat van 1682 aangeslagen voor 7 koeien, 44 schapen en 14 bijenkorven. Wat dat betreft kon hij zich meten met de boer op Cornelishof en de pachters in de Straat.
Zijn huis stond aan het Rosvalderen tegenover de Duyp. Toen stonden nog 6 morgen akkerland op zijn naam. In de daaropvolgende jaren kwamen er nog eens 5 morgen bij. En wie weet hoeveel morgen land in het Asenraderveld hij van anderen in pacht hield?
Hij was schepen te Maasniel van 1679 tot 1692, het jaar van zijn overlijden. In 1691 was hij nog aanwezig op het doopfeest van zijn kleindochter Maria. Maar twee jaar later kwamen zijn erfgenamen bijeen. Zijn vrouw was hem reeds jaren voordien voorgegaan in het graf.
Syll aent Rossfalderen had dus drie zoons. Elke stam droeg naderhand zijn eigen naam: Lenardts, Janssen en Syllen. Waarschijnlijk omdat in Asenray al een familie Claessen voorkwam, werden de kinderen van Claes naar de grootvader genoemd.
DERICK SYLLEN
De oudste zoon Derick (1654-ca.1720) trouwde in augustus 1686 met Lysbet Peters uit Asenray. De vrouw bracht twee morgen land mee in het huwelijk. De tweeling Joanna en Silvester zal wel niet lang geleefd hebben.
De drie overige kinderen, een zoon en twee dochters, traden naderhand wel in het huwelijk. Peter (1688-ca.1725) trouwde met Catharina Geurts. Geertyen (*1690) trouwde ca.1717 met Gerith Claessen en de jongste, Ummel (1692-1733), trouwde met Lodewijck van Helden. Deze stam zou dus via zoon Peter voortgezet worden.
|
In 1723 stonden twee huizen en 7 morgen
akkerland op naam van de weduwe van Derick Sillen. Het huis van zijn vader had Derick gedeeld met zijn broer Stoffer. Aan de overkant van de weg had hij op de kamp zijn eigen huis laten timmeren. Huis en hof volgens meting van 1723: 104 roeden ofwel 2/3 morgen. Schoonzoon Lodewijck verkocht het huis in 1738 aan Catharina Geurts, weduwe van Peter Sillen. Daarop vertrok hij naar elders. De vrouw droeg het huis op haar beurt over aan schepen Jacob Claessen. Bij deze overdrachten waren ook twee akkers gemoeid. Waarschijnlijk kon de vrouw de lasten toch niet dragen, waarmee het huis al eerder was bezwaard.
Catharina (1698-1764), dochter van Geurt Geurtsen en Catharina Gerets, was omstreeks 1717 getrouwd met Peter Sillen. Het echtpaar ging wonen aan het Maelt. In 1723 stond het (halve) huis wel op Peters naam, maar bleef na zijn overlijden toch in bezit van de familie Geurts.
Van zijn kinderen konden we alleen dochter Helena opsporen. In eerste huwelijk trouwde zij omstreeks 1745 met Thijs Thijssen, alias toubax This (1707-1756). Hij was op Heystershof geboren als zoon van Jacob Tissen en Catharina Thomassen. Thijs woonde met zijn gezin op het Maeltjensveld in het huis dat Seger Poelmans in 1735 aan de Duip dichtbij de bottengalg had laten bouwen.
De gemeente stelde toen de voorwaarde, dat men aan het huis nu en ten eeuwigen daege geene boomen sal mogen setten uitgezonderd een rij langs de straat. In januari 1758 hertrouwde Helena met Dirck Stockx en in de zomer van 1767 met Hendrick Janssen. Vier jaar later stierf de vrouw begin 1771.
Silvester Littens, de jongste zoon van schepen Claes Sillen, trouwde omstreeks 1695 met Jenneke Nijssen van Kloostershof. Sill Sillen trok toen bij zijn schoonouders in.
Nadat het echtpaar de boerderij enkele jaren zelf in beheer had genomen, verhuisde het gezin in 1713 naar de Beeckerhof te Swalmen. Zill hield deze boerderij van de paters kartuizers tot zijn overlijden in 1729 in pacht. Zijn erfgoederen te Asenray waren voorheen reeds overgegaan op schepen Claessen. |