Het is niet duidelijk of Hendrick een huisvriend, dan wel pachter was. Terwijl de familie Bitot op het huis zelf woonde, had zij de voorhof en de landerijen verpacht.
Zolang de halfwinning naar alle redelijkheid verliep, was er niets aan de hand. De pachter verzorgde het vee, haalde op tijd de oogst binnen en liet daarvan de familie haar deel. Voor de pachter op de Tegelarije kwam daar nog de biertap bij. Daar werden ook geen overbodige woorden aan besteed, zeker niet op papier.
Het kon ook fout gaan tussen de verpachter en zijn boer. Wanneer men dan niet tot een vergelijk kon komen, werd de zaak voor het gericht uitgevochten. Dat gebeurde in 1684. Hendrick Jansen woonde pas een half jaar als pachter op de voorhof, toen hij hartje winter met vrouwen kinderen op straat werd gezet (in hartte van de winter vant goed affgejaeght). Hoe kon het zo snel mislopen? 12) Voorheen had het echtpaar Jansen in Melick gewoond, op Tonedenhot. De edelgeborene Adriana van Laer was in maart 1682 aanwezig op het doopfeest van hun eerstgeborene. Adriana Laer van Baerlo, de weduwe Hollonie, was medeeigenaresse van deze pachthof in Melick.
|
In 1681 was zij in tweede huwelijk getrouwd met Jean Noël Bitot. Bij dit huwelijk was bedongen, dat Bitot 1000 dukaten kreeg indien het echtpaar kinderloos zou blijven. In 1685 eiste Jean-Noël zijn erfenis op en dreigde beslag te laten leggen op het aandeel van Hollonien in Heystershof te Asenray 13).
Deze verwantschap tussen de eigenaars van Tonedenhof en De Tegelarije kan de overstap van de ene pachthof naar de andere voor Hendrick Jansen geregeld hebben. Op het doopfeest in 1682 was ook zekere Bernardt uit Roermond aanwezig. Dat was Judocus ofwel Joost Bernardt, raadsheer van de koning van Spanje. Hij was verwant met de eigenaars van o.a.
Schöndeln. In 1682 blijkt Hendrick hem nog zo'n 25 rijksdaalders en een levering in stro schuldig te zijn. Het is niet duidelijk, of het hier om pachtschulden gaat 14).
De akkers van De Tegelarije had de familie Bitot aan haar pachter in halfwinning uitgegeven, dat wil zeggen dat de helft van de vruchten aan de eigenaresse kwam en de pachter de andere helft voor zich hield. |