Tekst zoeken   -    Inhoud   -    namen index
 - Vorige - Volgende

Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan RuitenĀ©

pag.387  

Onder de klockenslagh van Neel Asenray en Leeuwen

EEN VRIENDELICK MAEGHESCHEYDT
Judith Thomassen (1675-1718) trouwde in maart 1696 met Areth Aelen van Schaerbroeck. Hoewel het echtpaar in het huis van de familie Aelen aan de Eyermert ging wonen, is het niet onwaarschijnlijk, dat Areth van het begin af in het brouwhuis heeft gewerkt. Begin 1699 was hij namelijk nog geld schuldig voor geleverde gerst en hop, terwijl hij een jaar later werd aangeklaagd de bieraccijnzen nooit te hebben betaald, terwijl hij al voor lange heeft professie gemaeckt van te tappen.
In het oorlogsjaar 1703 was de weduwe Geurts haar huis aan de Broekhin door krijgsgeweld kwijtgeraakt. ldtgen Heuskens had haar toen aangeboden zolang in het Leyenhuis te komen wonen, totdat haar woning weer was opgebouwd. Tegelijk had zij het huis beloofd aan Jacob Bremmers, maar de vrouw wilde het huis niet meer uit. Na bemoeienis van de vrijheer(!) in deze kwestie mocht zij voorlopig in de achterste kamer blijven wonen, tot ze een andere woning had gevonden. Daar moest ze wel niet lang mee wachten. In september 1704 kwamen de erven Thomassen bijeen in het Leyenhuis voor een vriendelick maeghescheydt, ofwel de verdeling van de erfenis, bestaande uit huis en hof, akkers, boomgaard en weide. De goederen werden in drie partijen verdeeld en steeds zouden twee kinderen eenzelfde lot met elkaar moeten delen. Na wederzijdse schikkingen zag de verdeling er als volgt uit. Judith verwierf het voorste deel van het huis met brouwhuis en de schuur met het moestuintje. Frans kreeg door het lot twee kamers en de bijkeuken en de halve hof aan de schuur, mitsgaders het Hooreniock en een stuk grasland aan de oude Maas. Zoon Willem deelde met de kinderen van wijlen Hendrick de moestuin en enig akkerland. De schuur had hij aan zijn zwager Areth Aelen verkocht.
Ook Marie Thomassen had zich van haar erfdeel door hem laten uitkopen, o.a. in ruil voor hun aandeel in de Leeuwer griend. Zij was dat jaar met haar man aan het Ge- broek gaan wonen. Korte tijd later namen zij Lintgenshof in pacht. Jan Thomassen kon het geld beter gebruiken voor het nieuwhuis aan de beek, dat hij wilde kopen en liet derhalve aan Frans zijn aandeel in het tweede lot.


De kinderen beloofden hun moeder 24 pattacons te betalen voor levensonderhoud. Twee jaar later verkocht de weduwe ldtgen Heuskens haar akkers in Swalmen, met toestemming van de anderen, voor 150 gulden aan haar zoon Frans. Deze had ondertussen de zorg over de kinderen van zijn broer Hendrick op zich genomen en bleef tot zijn dood in het kostershuis wonen. Zijn vrouw was in januari 1703 gestorven. Het echtpaar was kinderloos gebleven. Een maand later al trouwde de koster opnieuw met Elisabeth Severijns (16851761) uit Ool, met dispensatie van de gebruikelijke drie afkondigingen. Elisabeth was een dochter van Michiel Severijns, die in augustus 1673 was getrouwd met Anna Hoets van de Broekhin. Het echtpaar Severijns verhuisde omstreeks 1675 van Maasniel naar Roermond. Naderhand woonde het gezin in Ool aan het valderen.

DE CUSTERINNE VAN NIELL
Areth Aelen (1664-1710?) nam met zijn gezin intrek in het Leyenhuis, waarvan hij de wederhelft van zijn zwager Frans wel in huur gehad zal hebben. In het brouwhuis stond de brouwketel met kuipen, boeien, ekkers, trechters en de pompeput. De pomp zelf was tegen de gevel op gemeentegrond getimmerd, daarvoor moest hij jaarlijks vijf duiten betalen. De weduwe ldtgen Heuskens was bij haar zoon Frans in de custerije gaan wonen. Dat had ze beter niet kunnen doen, want tussen haar en schoondochter Lysbeth boterde het al geruime tijd niet. Op pinksteren 1706 kwam het tot een uitbarsting.
Lysbeth kwam toen tegen half tien in de avond thuis van een (familie)bezoek aan de Broekhin. Er was nog enig volk in de herberg aanwezig: Jan Thomassen en zijn vrouw Anna, Joost Hanssen, den Dunnen Jan, Joes en Wolter Hoedts en Jacob Bremmers, allemaal familie en naburen. Toen de koster tabak uit de kast wilde nemen, weigerde Lysbeth hem de sleutel te geven. Daarover kregen beide echtelieden ruzie en is Frans boos het huis uitgegaan. De deur werd achter hem dichtgesmeten. Jan Thomassen beweerde luidruchtig, dat hij wel wist hoe zijn vrouw aan te pakken, als die zo reageerde.


Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan RuitenĀ©

pag.387  

Eerste  Vorige  382 383 384 385 386 387 388 389 390 391   Volgende  Laatste