Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan Ruiten©

Zo werd uitgerekend, dat het veertien dagen na Sint-Remigius precies acht maanden geleden was, dat hun vader stierf en Geurt al die tijd in het huis is blijven wonen, waarvoor hij de anderen dus nog 12 pattacons plus een halve schelling moest betalen. Ook het gebruik van het paard en van de 5 (koe)beesten werd toen in rekening gebracht en de vruchten van het pachtland van de kruisbroeders. Ook heeft hij drie jaar lang gratis de kost gehad toen hij voor zijn huwelijk als scheper op de boerderij heeft gewoond. Bij elkaar was dat liefst 73 pattacons. Geen kleinigheid overigens. Dat hij lange tijd voor de zieke, oude man had gezorgd, waren de anderen blijkbaar vergeten. Voor paard, kar, ploeg en eg wilde Geurt elk 10 pattacons betalen, maar dat was natuurlijk weer te weinig.

Of het de hele schaapskudde betrof is niet duidelijk, maar Geurt had tot tachtig schapen aan meerdere personen verkocht tegen twee pattacons per stuk. Daarvan had hij meerdere schulden betaald, zoals 9 pattacons aan Grittiens Jan te Leeuwen en liefst 36 rijksdaalders aan Maes t'Oeveren. Het huis met de moestuin en de boomgaard werd op papier in vier gelijke stukken verdeeld. Geurt Hawinckel kocht van zijn schoonbroer diens erfdeel in huis en hof in ruil voor een akker en betaling van 263 gulden en een paar muylen voor diens vrouw Gertruydt. Hij kon niet meer dan 50 gulden betalen en de rest moest dan maar als lening op het huis gelden. De schuur en schapestal van de oude boerderij had hij tot zijn woning omgebouwd. Corst Reynders had in 1682 zijn huis beleend bij zijn zwager Willem Syberts aan de Broekhin.

Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan Ruiten©