Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan Ruiten©

Voor zijn vertrek in 1706 had hij Jenneke Ramaeckers beloofd met haar te zullen trouwen. Het meisje raakte in verwachting en bleef alleen met haar kind achter. In 1713 verbleef de soldaat nog steeds elders. Maar in 1718 werd hij wel weer genoemd als deelhebber aan een lening van de kinderen Baeckhoven. Rond 1700 was hij geregeld bij straatruzies betrokken, samen met zijn compaan Jan Aelen.
Aleidis Baeckhovens trouwde voor 1710 met Frans Hoets (1677-1756) en woonde sindsdien in haar vaders huis aan de Eyermert. Vanaf 1718 werd Frans als hoofdbewoner genoemd. Toch weten we uit de overdrachten, dat schepen Baeckhoven toen nog niet gestorven was. Haar zus Anna (1690-1742) trouwde voor 1718 met Geurt Geurts uit Asenray.
Zoon Corst (1692-1749) trouwde voor 1727. Sindsdien werd hij in de lijsten als gezinshoofd genoemd. Na de erfdeling rond 1730 woonde hij met zijn gezin in de ouderlijke woning. Hoewel we over zijn huwelijk niets weten, werd hij bij zijn overlijden weduwnaar genoemd.

Vermoedelijk had hij twee dochters: Gertruydt (1730?- 1806) en Cornelia (1733?-1806). Zij verkochten in 1751 hun aandeel in het "oudt Baeckhovens huys" in Maasniel, bestaande uit een vervallen schuur met achterliggende moeshof en de bomen (aan hun neef Jan). Zij waren in geldnood geraakt en de twee zussen wilden met deze verkoop groter ongeluk voorkomen. Beiden stierven in 1806 te Roermond op hoge leeftijd in hun huis op den Dries. Gertruydt was in 1778 weduwe van Anton Godefroid. In dat jaar hertrouwde haar zus met Mathias Kampen. Cornelia Baeckhoven was eerder getrouwd geweest met Jan Hendrick Streegels. Drie kinderen werden uit dit huwelijk geboren. De doopgetuigen waren steeds burgers uit de stad. De band met Maasniel werd in 1751 dus definitief verbroken.
Het huis in Maasniel ging over op Joost Baeckhoven (1697-1747). Hij trouwde in mei 1740 met Catharina Janssen. Het echtpaar kreeg nadien drie kinderen. Al kort na het overlijden van haar man, was de weduwe Baeckhoven genoodzaakt om een beroep te doen op de armenkas.

Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan Ruiten©